Goed advies betaalt zich altijd terug
Financiële tips
Belastingplan 2025
In deze Prinsjesdagspecial staan de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2025 en aanvullende wetsvoorstellen voor u op een rij. Veel voorstellen zijn al eerder aangekondigd, bijvoorbeeld in de Voorjaarsnota. De special is verdeeld in de volgende onderwerpen:
– maatregelen ondernemingen;
– maatregelen bedrijfsopvolgingsfaciliteiten;
– maatregelen werkgever;
– maatregelen btw & accijnzen;
– maatregelen vastgoed;
– maatregelen auto & mobiliteit;
– maatregelen (vermogende) particulieren;
– maatregelen internationale situaties;
– maatregelen energie & milieu; en
– overige maatregelen.
De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2025 in werking treden, tenzij anders vermeld.
ONDERNEMINGEN
Aanpassing renteaftrek vastgoedlichamen
De renteaftrekbeperking voor vastgoedlichamen wordt aangescherpt. Bij verhuurd vastgoed wordt de renteaftrek geoptimaliseerd door rentesaldi over meerdere vennootschappen te verspreiden. Daardoor loopt men niet aan tegen de grenzen van de earningsstrippingmaatregel (€ 1.000.000 of 25% van de gecorrigeerde winst). Om dit tegen te gaan, vervalt voor vennootschappen met hoofdzakelijk aan (niet met de vennootschap verbonden) derden verhuurd vastgoed, de drempel van € 1.000.000. Het opsplitsen van vastgoedlichamen om zo de renteaftrek te optimaliseren, heeft dan niet meer het beoogde effect.
Tip
Beoordeel de structurering van vastgoedactiviteiten opnieuw.
Bezwaar en beroep RVO bij MIA en Vamil
De inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting kennen een aantal fiscale investeringsregelingen, zoals de EIA, MIA en Vamil. Daarbij moet de investering eerst bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden aangemeld. Het aanvraagproces van de MIA en Vamil verschilt nu van de EIA. Het is gewenst om daar één lijn in aan te brengen. Daarom wordt voorgesteld dat de RVO voortaan ook bij de MIA/Vamil een verklaring afgeeft, waartegen de belastingplichtige bij de RVO bezwaar kan maken. Op die manier komt de technische beoordeling van de aanvraag volledig bij de RVO te liggen.
Registratiedatum dividendbelasting
De registratiedatum is op 1 januari 2024 geïntroduceerd. Deze datum is bedoeld om te kunnen bepalen wie vanaf dat moment gerechtigd is tot de opbrengsten van beursgenoteerde aandelen. In de praktijk bleek de regeling op onderdelen onduidelijk. Er is daarom verduidelijkt dat bij de registratiedatum wordt gekeken naar het einde van de werkdag op de door de uitgevende instelling vastgestelde datum. Aan de hand van deze datum kan vervolgens worden bepaald wie recht heeft op de dividenduitkeringen en dus ook op verrekening, vrijstelling, teruggaaf of vermindering van dividendbelasting. Uiteraard moet ook aan de overige voorwaarden worden voldaan.
Let op!
De registratiedatum dient slechts om het moment aan te wijzen waarop vastgesteld moet worden wie de opbrengstgerechtigde is. De bepaling geeft geen invulling aan het begrip ‘opbrengstgerechtigde’.
Versobering kavelruilvrijstelling
De kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting zal niet meer gelden voor woningen, behalve agrarische bedrijfswoningen. Andere opstallen komen alleen in aanmerking als ze ten minste tien jaar agrarisch worden geëxploiteerd. Als niet aan deze voortzettingseis wordt voldaan, is alsnog overdrachtsbelasting verschuldigd, tenzij de onttrekking aan landbouw door overheidsingrijpen gebeurd. Deze wijzigingen verminderen de administratieve lasten en verbeteren de handhaafbaarheid. Ook wil het kabinet hiermee ‘kavelruilconstructies’ tegengaan.
Terugdraaien afschaffing inkoopfaciliteit
De inkoop van eigen aandelen is belast met dividendbelasting. Er geldt onder voorwaarden een vrijstelling voor de inkoop van eigen aandelen door een beursfonds. Deze vrijstelling zou per 1 januari 2025 komen te vervallen, wat een verslechtering van de concurrentiepositie van Nederlandse beursfondsen ten opzichte van buitenlandse beursfondsen zou betekenen. In het Belastingplan wordt voorgesteld de inkoopfaciliteit niet af te schaffen.
Aanpassing van liquidatieverliesregeling
De liquidatieverliesregeling bepaalt of een verlies bij de liquidatie van een dochtermaatschappij in de vennootschapsbelasting aftrekbaar is. Er wordt voorgesteld om de liquidatieverliesregeling op twee onderdelen te wijzigen. De eerste wijziging houdt in dat men bij de berekening van het liquidatieverlies ook rekening houdt met een latere opwaardering van een vordering op de dochtermaatschappij. Ten tweede wordt de wet aangepast zodat niet-aftrekbare verkoopverliezen op een indirecte gehouden dochtermaatschappij niet zijn om te zetten in aftrekbare liquidatieverliezen op een direct gehouden dochtermaatschappij.
Verhoging drempel renteaftrekbeperking
Bij het bepalen van de fiscale winst voor de vennootschapsbelasting komt rente niet in aftrek voor zover deze meer bedraagt dan het hoogste van (nu) 20% van de gecorrigeerde winst of € 1.000.000. Voorgesteld is het percentage van deze renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) te verhogen naar 25%. De wijziging draait een eerdere aanscherping gedeeltelijk terug en brengt het percentage meer in lijn met het Europese gemiddelde. Hiermee wil het kabinet het Nederlandse vestigingsklimaat verbeteren.
Tip
Beoordeel de financieringsstructuur binnen de onderneming. De verhoogde drempel biedt namelijk meer ruimte voor aftrek.
Aanpassing kwijtscheldingswinstregeling
Door de beperking in 2022 van de verliesverrekening betalen ondernemingen met meer dan € 1.000.000 aan verrekenbare verliezen en een belastbare winst (inclusief kwijtscheldingswinst) van meer dan € 1.000.000 altijd vennootschapsbelasting. Dit kan het sluiten van een akkoord met schuldeisers hinderen. Daarom wordt de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vennootschapsbelasting aangepast. Heeft de onderneming meer dan € 1.000.000 aan verrekenbare verliezen, dan is de kwijtscheldingswinst in dat jaar volledig vrijgesteld voor zover die meer bedraagt dan de overige verliezen in het jaar.
Let op!
Zijn de aanwezige verrekenbare verliezen lager dan € 1.000.000, dan is de kwijtscheldingswinst alleen vrijgesteld voor zover die meer bedraagt dan de aanwezige verliezen.
Faciliteiten zusterfusie
Vereenvoudigde rechtstreekse zusterfusies, waarbij een aandeelhouder alle aandelen bezit van de te fuseren vennootschappen, zullen ook gaan kwalificeren voor de fiscale doorschuiffaciliteiten. Dit voorkomt fiscale belemmeringen voor aanmerkelijkbelanghouders bij deze fusies. De bestaande goedkeuring wordt hiermee in wetgeving verankerd. Bij indirecte zusterfusies wordt de regeling niet aangepast, omdat er in de praktijk minder behoefte aan lijkt te bestaan en de complexiteit groter is.
Verplichte vrijstelling dividendbelasting
De dividendbelasting kent verschillende vrijstellingen die facultatief zijn, zoals in deelnemingssituaties of binnen fiscale eenheid. Het lichaam dat dividend uitkeert, kan kiezen om de vrijstelling wel of niet toe te passen. Dat maakt de opbrengstgerechtigde afhankelijk van de keuze van het lichaam. Voorgesteld wordt om deze keuzemogelijkheid af te schaffen. Voldoet men aan de voorwaarden voor de vrijstelling dan moet men deze verplicht toepassen. Er hoeft dan niet langer dividendbelasting ingehouden en afdragen te worden, waardoor de aandeelhouder geen liquiditeits- of rentenadeel meer heeft.
Aftrek kosten werkruimte verduidelijkt
De aftrekbaarheid van kosten voor een niet-zelfstandige werkruimte in een woning die tot het ondernemingsvermogen behoort, wordt verduidelijkt. Huurderslasten zoals bijvoorbeeld inrichtingskosten, gas, water en licht, zijn niet aftrekbaar. De maatregel verankert jurisprudentie en de bestaande praktijk expliciet in de wet.
Tip
Beoordeel of het mogelijk is de niet-zelfstandige werkruimte om te vormen naar een zelfstandige werkruimte, dan is er meer ruimte voor kostenaftrek.
Aanpassing maatregel overmatig lenen
Sinds 2023 kunnen dga’s niet langer meer dan € 500.000 van hun eigen vennootschap lenen zonder fiscale consequenties. Echter, een onbedoeld gevolg van deze maatregel heeft geleid tot dubbeltellingen bij leningen in samenwerkingsverbanden, zoals vof’s en cv’s. Deze dubbeltellingen worden nu voorkomen. Ook wordt voorkomen dat de schulden voor meer dan de nominale waarde in aanmerking worden genomen.
Tip
Deze maatregel gaat met terugwerkende kracht in op 1 januari 2023. Controleer dus ook bestaande samenwerkingsverbanden en schulden nauwkeurig om onterechte dubbeltellingen te vermijden.
Giftenaftrek bv vervalt
De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (Vpb) en de regeling ‘geven uit de vennootschap’ worden afgeschaft. Vanaf 1 januari 2025 kunnen bedrijven giften aan goede doelen niet langer aftrekken van hun winst. Dit geldt zowel voor giftenaftrek in de Vpb als voor giften vanuit vennootschappen die aandeelhoudersmotieven volgen. Sponsoring en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen blijven wel aftrekbaar als zakelijke kosten.
Let op!
Bedrijven moeten vanaf 2025 hun donaties herzien en mogelijk herstructureren om fiscale voordelen te optimaliseren. Overweeg zakelijke sponsoring als alternatief.
Tarief box 2 verlaagd naar 31%
Het kabinet draait de verhoging van het box 2-tarief in de tweede schijf terug. Dit tarief ging op 1 januari 2024 omhoog naar 33%, maar wordt weer verlaagd naar 31%. Hiermee wil het kabinet de belastingdruk op aanmerkelijkbelanghouders meer in lijn brengen met die van werknemers en IB-ondernemers. Het doel is fiscaal gedreven rechtsvormkeuzes te beperken.
Tip
Het kan fiscaal voordelig zijn een dividenduitkering uit te stellen tot 2025.
BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN
BOR
Als ondernemingsvermogen wordt overgedragen door schenking of vererving, kan dat tot heffing van schenk- of erfbelasting leiden. Om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming hierdoor in gevaar komt, kan er gebruik worden gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Daardoor is geen of minder erf- of schenkbelasting verschuldigd.
Doorschuifregelingen
De overdracht van ondernemingsvermogen leidt vaak tot de heffing van inkomstenbelasting. Er zijn diverse doorschuifregelingen (DSR) die ervoor zorgen dat deze heffing in bepaalde situaties wordt uitgesteld, zodat de continuïteit van de onderneming niet in gevaar komt. Eén van die doorschuifregelingen is specifiek gericht op de schenking van een aanmerkelijk belang (de DSR ab). Een aanmerkelijk belang is, simpel gezegd, een belang dat minimaal 5% van de (soort)aandelen in een vennootschap vertegenwoordigt.
Beperking kwalificerende belangen
De BOR en DSR ab worden met ingang van 1 januari 2026 beperkt tot directe en indirecte aandelenbelangen van minimaal 5% van het totale geplaatste aandelenkapitaal. Alleen gewone (reguliere) aandelen kwalificeren nog, waarbij niet van belang is of die aandelen stemrecht geven. Kleinere belangen, opties, winstbewijzen en tracking stocks worden uitgesloten van de regelingen. Een vruchtgebruik of bloot eigendom van gewone aandelen kan nog steeds kwalificeren. Het doel van de wijzigingen is om de regelingen te beperken tot aandelen met voldoende ondernemingsrisico.
Tip
De BOR en DSR ab blijven gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven.
Correcties eerdere wetswijzigingen
Per 1 januari 2024 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de BOR en DSR ab die ongewenste gevolgen hebben. De aanwezigheid van vreemd vermogen kan bijvoorbeeld leiden tot een onjuiste berekening van de vrijstelling in de BOR of tot een negatief kwalificerend ondernemingsvermogen. Om dit te corrigeren, wordt de wet op enkele onderdelen enigszins aangepast.
Bezits- en voortzettingseis BOR
De BOR kan enkel worden toegepast als een verkrijger de onderneming vijf jaar voortzet. Deze termijn wijzigt in drie jaar. Knelpunten in de bezits- en voortzettingseis die betrekking hebben op wijzigingen in de juridische huls van een onderneming, zoals de inbreng van een eenmanszaak in een bv, worden opgelost. Als de subjectieve gerechtigdheid tot de onderneming niet toeneemt (bezitseis) of afneemt (voortzettingseis), mag dit geen belemmering zijn voor toepassing van de BOR. Ook de eisen bij fusies e.d. worden versoepeld, zodat er geen nieuwe bezitstermijn aanvangt als de economische gerechtigdheid tot de onderneming gelijk blijft.
Tip
In tegenstelling tot eerdere berichten zal de kortere voortzettingstermijn al gaan gelden voor verkrijgingen die zich voordoen vanaf 1 januari 2025 (en dus niet 2026).
Let op!
De voorstellen om de diverse knelpunten op te lossen zullen ingaan per 1 januari 2026.
Zwaardere bezitseis voor AOW’er
De bezitstermijn in de BOR wordt met ingang van 1 januari 2026 verlengd voor oudere erflaters en schenkers. Dit geldt niet voor ondernemingen die een erflater of schenker uiterlijk binnen twee jaar na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is gestart. Voor een erflater wordt de bezitstermijn verlengd met zes maanden per jaar dat de erflater op het moment van overlijden twee jaar ouder is dan de AOW-gerechtigde leeftijd. Voor een schenker wordt de bezitstermijn verlengd met zes maanden per jaar dat de schenker op het moment van de schenking meer dan zes jaar ouder is dan de AOW-gerechtigde leeftijd.
Herhaald gebruik BOR
Ondernemingen worden soms meerdere malen binnen een familie (en soms ook via derden) overgedragen om een onbelaste vermogensoverdracht te realiseren. Ouders schenken bijvoorbeeld een onderneming aan een kind met toepassing van de BOR. Later wordt de onderneming weer teruggekocht en opnieuw geschonken onder de BOR. Er komt met ingang van 1 januari 2026 een maatregel die de BOR uitsluit in situaties waarin de onderneming op enig eerder moment al in bezit is geweest van de verkrijger. De uitsluiting bedraagt maximaal het bedrag van de koopsom voor het ondernemingsvermogen.
Let op!
De antimisbruikmaatregel wordt ruim opgezet en geldt bijvoorbeeld ook als de activiteiten van de onderneming zijn gewijzigd of de rechtsvorm is aangepast.
Verwaterde en kleine familiebelangen
Eerder is aangekondigd met ingang van 1 januari 2025 de verwateringsregeling voor de BOR en DSR ab en de toegang voor kleine familiebelangen tot de BOR te verruimen. Voor deze aanpassingen is goedkeuring van de Europese Commissie noodzakelijk. De inwerkingtredingsdatum is daarom uitgesteld naar een nog nader te bepalen tijdstip.
Preferente aandelen
In het kader van een bedrijfsopvolging worden vaak preferente aandelen uitgegeven, maar de definitie van preferente aandelen leidt nogal eens tot onduidelijkheid. Voorgesteld is om preferente aandelen aan te duiden als aandelen met voorrang ten aanzien van de winstverdeling of liquidatieopbrengsten. Dat betekent dat het risico van een preferent aandeel lager is dan het risico van een gewoon aandeel. De voorrang moet overigens wel wezenlijk zijn. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als het gestorte agio wel voorrang kent en het nominaal gestorte kapitaal niet.
Tip
De voorgestelde definitie sluit grotendeels aan bij de huidige uitvoeringspraktijk van de Belastingdienst. De impact van deze wijziging is dus beperkt.
Let op!
De definitie wordt met ingang van 1 januari 2026 in de wet opgenomen en zal nog verder uitgewerkt worden.
WERKGEVER
Reparatie heffingslek Belgische zeevarende
Op basis van de huidige wet kan Nederland in zeldzame situaties geen belasting heffen van een Belgische inwoner die als zeevarende in dienst is bij een Nederlandse werkgever en volledig buiten Nederland werkt. Dit wordt gerepareerd voor de gevallen waarin Nederland op grond van internationale verdragen heffingsbevoegd is. In dit wetsvoorstel wordt al rekening gehouden met aanvullende afspraken die Nederland met andere landen wil maken over het toerekenen van loon aan zogenaamde thuiswerkdagen.
Vrijgesteld privégebruik OV-kaart
Het kabinet stelt voor om de maatregel ‘ gerichte vrijstelling OV-abonnementen’ te verduidelijken. Als een werkgever een werknemer de mogelijkheid geeft om vrij te reizen of met korting te reizen op zijn kosten, dan zijn deze kosten gericht vrijgesteld, mits enige mate van zakelijk gebruik plaatsvindt. De gerichte vrijstelling geldt dus ook voor privéreizen met een recht op vrij reizen of een recht op korting van de werkgever. De gerichte vrijstelling is ook uitgebreid naar niet-Nederlands openbaar vervoer.
Let op!
De gerichte vrijstelling geldt niet voor privéreizen die met een privé OV-kaart zijn gemaakt. Dezelfde reis gemaakt met een OV-kaart van de werkgever kan weer wél vrijgesteld zijn.
Looptijd premiegrens pensioen
De fiscale premiegrens voor de opbouw van ouderdoms- en partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum blijft 30%, maar de berekening wordt aangepast. In plaats van een looptijd van 100 jaar, wordt deze nu wettelijk vastgesteld op 60 jaar. Dit zorgt voor een nauwkeuriger rendementsverwachting die beter aansluit op de oorspronkelijke berekeningen in de Wet toekomst pensioenen. De wijziging werkt terug tot en met 1 oktober 2024.
Bevoegdheid wijzigen S&O-aftrek
Bedrijven kunnen een belastingvermindering ontvangen op speur- en ontwikkelingswerkzaamheden (S&O). Tot op heden zijn de S&O-percentages en -schijfgrenzen gebonden aan wetswijzigingen. Er wordt voorgesteld om de regeling flexibeler te maken waarbij de Minister van Economische Zaken de regeling eenvoudiger kan wijzigen. Op basis van het voorstel kan de minister zowel de grensbedragen als de aftrekpercentages wijzigen.
Terugdraaien versobering 30%-regeling
De versobering van de 30%-regeling uit 2024 (30-20-10-regeling) wordt deels teruggedraaid. Vanaf 1 januari 2027 wordt de maximale onbelaste vergoeding 27%. Voor 2025 en 2026 blijft het percentage 30% voor alle ingekomen werknemers. De salarisnorm stijgt naar € 50.436 en voor werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad naar € 38.338. Ingekomen werknemers die voor 2024 de 30%-regeling hebben gebruikt, vallen onder overgangsrecht. Voor hen blijft tot het einde van de looptijd een percentage van 30% en de oude (geïndexeerde) salarisnormen gelden.
BTW & ACCIJNZEN
Boetebepaling Algemene douanewet
De Douane verricht taken die vallen onder de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Algemene douanewet (Adw). Daarom wordt de Adw in lijn gebracht met de AWR. Zo bereikt men dat de inspecteur die boetes oplegt onder toepassing van de Adw, dezelfde regels hanteert als bij het opleggen van boetes op grond van de AWR. Deze wijziging zorgt er onder meer voor dat de inspecteur die de aangifte behandelt en een overtreding constateert, ook een boete kan opleggen. En dat na een verzuimboete een vergrijpboete opgelegd kan worden voor hetzelfde feit, als er nieuwe bezwaren bekend zijn geworden.
Intrekking accijnsvergunningen
In de beoogde wijziging van de Wet op de accijns wordt het mogelijk gemaakt om een vergunning voor een distilleertoestel en een vergunning voor een tabaksproductieapparaat in te trekken. In de huidige regeling is dat namelijk niet mogelijk en dat leidt tot een vervuild vergunningenbestand met vergunningen die niet meer gebruikt worden. Deze wijziging zorgt ervoor dat de Douane effectiever hierop kan toezien.
Vervallen correctie brandstofaccijns
Het voorstel is om de bepalingen rond naheffing en teruggaaf van accijns op veraccijnsde brandstofvoorraden te laten vervallen. Deze regels zijn onuitvoerbaar voor de Douane en veroorzaken onduidelijkheid voor bedrijven. De maatregel vereenvoudigt de Wet op de accijns en brengt meer duidelijkheid voor de toekomst.
Herziening btw-investeringsdiensten
Per 1 januari 2026 wordt de btw-herzieningsregeling uitgebreid naar investeringsdiensten voor onroerende zaken. De btw op deze diensten wordt vijf jaar gevolgd, vergelijkbaar met roerende investeringsgoederen. Er geldt een drempelbedrag van € 30.000. Kleinere diensten vallen daardoor niet onder deze regeling.
Tip
Deze maatregel biedt sommige ondernemers de mogelijkheid om eerder niet in aftrek gebrachte btw alsnog als voorbelasting in aftrek te brengen.
Let op!
Deze maatregel leidt mogelijk tot herzienings-btw voor ondernemers die – na het eerste jaar belast gebruik – de onroerende zaak binnen de herzieningstermijn vrijgesteld gaan verhuren.
21% btw voor bepaalde diensten
Vanaf 1 januari 2026 wordt het verlaagde btw-tarief voor logies en bepaalde culturele goederen en diensten afgeschaft. Dit betekent dat het btw-tarief stijgt van 9% naar 21%. Dit geldt – niet uitputtend – in ieder geval voor: hotels, pensions, boeken, sport, musea, muziek- en toneelvoorstellingen. Kamperen, attractieparken, speel- en siertuinen, circussen, dierentuinen en bioscopen zijn uitgezonderd van deze verhoging.
Let op!
Het btw-tarief op het moment van de prestatie is van toepassing. Bijvoorbeeld: wanneer een theatervoorstelling vooruit wordt betaald in 2025, maar plaatsvindt in 2026, dan is 21% btw verschuldigd.
VASTGOED
Uitbreiding startersvrijstelling
De startersvrijstelling en het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting worden uitgebreid naar de verkrijging van de economische eigendom van eigen woningen. In de toekomst kunnen zowel de startersvrijstelling als het verlaagde tarief worden toegepast op gevallen waar de economische eigendom wordt verkregen, zolang aan de overige voorwaarden wordt voldaan.
Let op!
Is bij de verkrijging van de economische eigendom de startersvrijstelling benut, dan kan deze niet opnieuw worden benut bij de latere verkrijging van de juridische eigendom.
Uitbreiding VoV-vrijstelling
Bij het terugkopen van woningen in het kader van ‘verkoop onder voorwaarden’ (VoV) kan de zogeheten VoV-vrijstelling worden toegepast. De VoV-vrijstelling wordt uitgebreid naar ‘aanhorigheden’ bij woningen, zoals schuren en garageboxen, die gelijktijdig met de woning worden verkregen.
Hoogstens 8% overdrachtsbelasting voor woningen
Het kabinet streeft ernaar om het aanbod aan huurwoningen te vergroten, zodat meer burgers toegang hebben tot een betaalbare woning. Daarom is het voorstel om het reguliere tarief voor de overdrachtsbelasting ten aanzien van de verkrijging van woningen met ingang van 1 januari 2026 te verlagen van 10,4% naar 8%. Voor een woning die de koper langdurig zelf gaat bewonen blijft het (bestaande) verlaagde tarief van 2% of de startersvrijstelling van toepassing.
Vereenvoudiging huurtoeslag
De huurtoeslag wordt vereenvoudigd, zodat de huurtoeslag straks enkel nog het onderscheid tussen een- en meerpersoonshuishoudens kent. Daarnaast wordt de inkomensafhankelijke afbouw van de huurtoeslag vereenvoudigd. Huurtoeslagontvangers kunnen straks de gevolgen van een hoger inkomen beter inschatten en de marginale druk zal voor de meeste huurtoeslagontvangers afnemen. In 2026 zal de eigen bijdrage worden verlaagd.
Geen OVB bij sleutelovereenkomst
Sleutelovereenkomsten die normaliter leiden tot economische eigendom van een woning worden uitgesloten van overdrachtsbelasting (OVB). Hiervoor gelden de volgende eisen:
- De sleutelovereenkomst moet samenhangen met de verplichtingsovereenkomst voor levering van de woning.
- De juridische eigendom moet binnen zes maanden na de sleutelovereenkomst worden overgedragen.
- De startersvrijstelling of het 2%-tarief moet van toepassing zijn.
Zo is er geen sprake meer van een belastbare verkrijging voorafgaand aan de (juridische) verkrijging.
AUTO & MOBILITEIT
Tariefkorting emissievrije auto’s
Bezitters van emissievrije voertuigen betalen momenteel geen motorrijtuigenbelasting en vanaf 1 januari 2025 geldt een kwarttarief. Deze korting eindigt echter op 1 januari 2026, waarna de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s hoger wordt dan voor vergelijkbare benzineauto’s. Om stagnatie in de groei van emissievrije auto’s te voorkomen, wordt vanaf 1 januari 2026 een nieuwe tariefkorting van 25% op de motorrijtuigenbelasting ingevoerd. Deze korting geldt tot 2030 en wordt toegepast op zowel het rijksdeel als de provinciale opcenten. Dit moet de aanschaf van nieuwe en tweedehands elektrische auto’s aantrekkelijker maken.
Doorlopend gebruik bestelauto
Als een bestelauto vanwege de aard van het werk doorlopend afwisselend door twee of meer werknemers wordt gebruikt, is vaak lastig vast te stellen of en aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. In plaats van een bijtelling bij de werknemers in aanmerking te nemen, kan de werkgever een vast bedrag van € 300 per jaar via de eindheffing betalen. Dit bedrag is sinds 2006 niet gewijzigd. Dit bedrag gaat naar € 438 per jaar en wordt vanaf 1 januari 2026 jaarlijks geïndexeerd, zodat het beter aansluit bij de daadwerkelijke omvang van het privévoordeel.
Let op!
Zorg dat de verhoging van de eindheffing (jaarlijks) in de loonadministratie wordt doorgevoerd.
Einde speciaal BPM-tarief PHEV’s
De Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (BPM) kent sinds 1 januari 2017 een specifieke tarieftabel voor plug-in hybride voertuigen (PHEV’s) om het verschil tussen de geteste en werkelijke CO2-uitstoot te compenseren.
Door recente Europese regelgeving wordt de CO2-metingsmethode voor PHEV’s aangepast, waardoor de uitstootcijfers realistischer worden. Vanaf 2025 vervalt de specifieke PHEV-tarieftabel en worden PHEV’s onder de reguliere BPM-tarieven voor personenauto’s belast. Dit kan leiden tot hogere belasting voor PHEV’s met de nieuwe typegoedkeuring, maar maakt het systeem eenvoudiger en meer in lijn met de werkelijke uitstoot.
Einde BPM-vrijstelling bestelauto’s
De BPM-vrijstelling voor bestelauto’s van ondernemers vervalt. De BPM-grondslag verschuift naar CO2-uitstoot. Voor bestelauto’s zonder vastgestelde CO2-waarde wordt een forfait van 330 gram per kilometer toegepast. Daarnaast wordt de teruggaafregeling voor bestelauto’s van gehandicapten verbeterd. De BPM kan bij inschrijving worden verrekend met de teruggaaf, waardoor voorfinanciering door gehandicapten wordt voorkomen. Deze maatregelen zorgen voor een effectievere belastingheffing en sluiten beter aan bij de praktijk.
Tip
Controleer of uw bestelauto’s voldoen aan de nieuwe CO2-regels om extra kosten te voorkomen.
Nieuwe voertuigdefinities
Het Belastingplan 2025 streeft naar eenvoudiger autobelastingen door de fiscale voertuigdefinities te harmoniseren met de RDW-registraties. Dit betekent dat fiscale definities van voertuigen vanaf 2027 aansluiten bij de kentekenregisterdefinities, waardoor verschillen tussen bijvoorbeeld personenauto’s en bestelauto’s verdwijnen. Hierdoor worden de autobelastingen eenvoudiger en neemt de administratieve last voor burgers en bedrijven af.
Let op!
Controleer de nieuwe voertuigdefinities goed om te begrijpen hoe deze de autobelastingen beïnvloeden. Dit kan belangrijk zijn voor zowel particulieren als ondernemers.
Verzoekprocedure nihiltarief autobussen
Autobussen op aardgas of LPG die hoofdzakelijk voor openbaar vervoer worden ingezet, profiteren momenteel van een nihiltarief in de motorrijtuigenbelasting. Bij wijziging van de tenaamstelling van deze autobussen kan onduidelijkheid ontstaan over (het moment van) de toepassing van dit tarief. Om ervoor te zorgen dat het nihiltarief correct wordt toegepast, moet de houder van de autobus een verzoek indienen bij de inspecteur. Dit verzoek is nodig om te garanderen dat het tarief vanaf het juiste moment wordt toegepast.
Let op!
Zorg voor indiening van een verzoek bij de inspecteur als de tenaamstelling van de autobus verandert, om problemen met het nihiltarief te voorkomen.
Tip
Een verzoek is alleen noodzakelijk voor een autobus die na inwerkingtreding van het Belastingplan 2025 wordt tenaamgesteld.
(VERMOGENDE) PARTICULIEREN
Tarieven IB 2025 niet-AOW’er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2025 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken:
Inkomstenbelasting 2025 | |||
Box 1 | Bel.ink. meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) |
Schijf 1 | 38.441 | 35,82% | |
Schijf 2 | 38.441 | 76.814 | 37,48% |
Schijf 3 | 76.814 | 49,50% |
Inkomstenbelasting 2024 | |||
Box 1 | Bel.ink. meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2024 (%) |
Schijf 1 | 38.098 | 36,97% | |
Schijf 2 | 38.098 | 75.518 | 36,97% |
Schijf 3 | 75.518 | 49,50% |
Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie minder of geen premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.
Let op!
De gecombineerde tariefsaanpassingen voor de jaren 2026 tot en met 2029 zijn:
Eerste schijf | Tweede schijf | |
2026 | -0,22% | 0,03% |
2027 | -0,09% | 0,03% |
2028 | -0,15% | -0,10% |
2029 | -0,05% | -0,05% |
Tarieven IB 2025 AOW’er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en zijn geboren na 1946, krijgen in 2025 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken:
Inkomstenbelasting 2025 (AOW’ers) | |||
Box 1 | Bel.ink. meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) |
Schijf 1 | 38.441* | 17,92% | |
Schijf 2 | 38.441 | 76.814 | 37,48% |
Schijf 3 | 76.814 | 49,50% |
*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.502
Inkomstenbelasting 2024 (AOW’ers) | |||
Box 1 | Bel.ink. meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2024 (%) |
Schijf 1 | 38.098* | 19,07% | |
Schijf 2 | 38.098 | 75.518 | 36,97% |
Schijf 3 | 75.518 | 49,50% |
*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.021
Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie minder of geen premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.
Gewijzigde heffingskortingen
Hieronder staan de verwachte heffingskortingen voor 2025. Met uitzondering van de ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting gaat het hier om heffingskortingen voor belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor mensen die ouder zijn dan de AOW-leeftijd gelden lagere maxima.
Heffingskortingen | 2025 (€) | 2024 (€) |
Algemene heffingskorting maximaal | 3.068 | 3.362 |
Arbeidskorting maximaal | 5.599 | 5.532 |
Inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal | 2.986 | 2.950 |
Jonggehandicaptenkorting | 909 | 898 |
Ouderenkorting | 2.035 | 2.010 |
Alleenstaande ouderenkorting | 531 | 524 |
De afbouw van de algemene heffingskorting wordt gekoppeld aan het wettelijk minimumloon (WML). Hierdoor behouden belastingplichtigen met een inkomen tot het WML de maximale korting.
Aftrek vervoer als zorgkosten
Vervoerskosten voor het verkrijgen van medische hulp en hulpmiddelen kunnen als zorgkosten in aftrek worden gebracht. Vanwege eenvoud wordt voorgesteld om uit te gaan van € 0,23 per kilometer als met de auto (geen taxi) wordt gereisd. Voor ander vervoer, zoals taxi of het OV, blijven de werkelijke kosten aftrekbaar. Daarnaast wordt voor bovenmatige vervoerskosten wegens ziekte of invaliditeit een aftrek van € 925 per jaar voorgesteld, mits de belastingplichtige overtuigend kan aantonen niet in staat te zijn meer dan 100 meter zelfstandig te kunnen lopen, conform de gehandicaptenparkeerkaart en de OV-Begeleiderskaart.
Fiscale oplossing voor eenverdieners
Zonder aanvullende maatregel komt het inkomen van sommige eenverdienershuishoudens door een samenloop van regelingen onder het sociaal minimum uit.
Als oplossing wordt voorgesteld om de niet (volledig) benutte algemene heffingskorting deels uit te betalen aan de minstverdienende partner die is geboren op of na 1 januari 1963. Daarbij moet aan een aantal aanvullende voorwaarden worden voldaan. Deze maatregel kan mogelijk pas vanaf 1 januari 2028 worden ingevoerd. Daarom wordt voor de jaren 2025 tot en met 2027 aan dit soort huishoudens een tijdelijke tegemoetkoming door de gemeente verstrekt.
Let op!
Voor deze maatregel is onder andere vereist dat het gezinsinkomen lager is dan € 48.500 bruto. Dit is een geschat bedrag voor het jaar 2028.
Vereenvoudiging bezwaar toeslagen
Een bezwaar tegen de vastgestelde hoogte van een toeslag zal voortaan ook een bezwaar zijn tegen de daarmee samenhangende terugvorderingsbeschikking die in dezelfde brief bekend is gemaakt. Een bezwaar tegen een terugvorderingsbeschikking zal voortaan ook een bezwaar zijn tegen de daarmee samenhangende vastgestelde hoogte van een toeslag die in dezelfde brief bekend is gemaakt. Dit verhoogt de rechtszekerheid voor burgers en vermindert de administratieve last.
Let op!
Deze maatregelen gelden niet als in het bezwaar wordt aangegeven dat alleen bezwaar wordt gemaakt tegen de vaststelling van de toeslag dan wel de terugvordering.
Bezoeken langdurig verpleegde personen
Voor de aftrek van reiskosten voor het bezoeken van een langdurig verpleegde persoon moet de bezoeker bij aanvang van de ziekte of invaliditeit een gezamenlijke huishouding met de verpleegde persoon voeren. Dat toetsingsmoment kan in bepaalde gevallen onredelijk uitwerken. Er wordt daarom voorgesteld om dat toetsingsmoment te wijzigen, zodat bij aanvang van de verpleging wordt getoetst of de bezoeker een gezamenlijke huishouding met de verpleegde voerde. Dat moment is op basis van de basisregistratie personen ook beter controleerbaar voor de Belastingdienst.
Box 3-regels voor werkelijk rendement
Er komt nog nieuwe wetgeving met regels voor het bepalen van het werkelijke rendement in box 3. Die regels zijn nodig omdat de Hoge Raad heeft beslist dat als het werkelijke rendement in box 3 lager is dan het forfaitaire rendement, belasting zou moeten worden geheven over het werkelijke rendement. De nieuwe regels zien op de jaren vanaf 2017 en zijn belangrijk voor belastingplichtigen met box 3-inkomen die een beroep kunnen doen op de uitspraken van de Hoge Raad.
Let op!
Het is de bedoeling dat de nieuwe regels per 1 juni 2025 worden ingevoerd.
Box 3-vrijstelling aardbevingsschadevergoeding
Voor aanspraken op herstel van schade door aardbevingen in Groningen en Drenthe en soortgelijke vermogensrechten gaat een vrijstelling gelden in box 3. Deze wijziging zal nog niet kunnen worden verwerkt in de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025. De vrijstelling geldt niet voor schadevergoedingen die in geld worden uitbetaald.
Tip
Deze speciale box 3-vrijstelling werkt deels terug tot en met 1 juli 2020 en deels tot en met 1 juli 2023.
Kwijtscheldingswinst en toeslagen
Als een zakelijke schuld wordt kwijtgescholden, ontstaat bij de ondernemer winst. Voor de inkomstenbelasting is die winst vrijgesteld of wordt de winst verrekend met verrekenbare verliezen. Voor de toeslagen wordt echter geen rekening gehouden met verrekenbare verliezen. Een kwijtschelding kan in die situatie dus leiden tot geen of een lager recht op toeslagen.
Dat is ongewenst. In dergelijke situaties wordt daarom op verzoek van de belastingplichtige bij de toeslagen geen rekening gehouden met kwijtscheldingswinst die niet geheel wordt vrijgesteld van inkomstenbelasting vanwege te verrekenen verliezen.
Let op!
Dit is een specifieke regeling en betekent niet dat ander papieren inkomen voor de toeslagen ook buiten beschouwing kan worden gelaten.
Leeftijd toeslagpartnerschap
Momenteel worden ouder en volwassen kind of pleegkind, vanaf 27 jaar als toeslagpartners beschouwd. Dit kan leiden tot lagere toeslagen bij samenwoning. Er wordt daarom voorgesteld de leeftijdsgrens van 27 jaar te schrappen voor eerstegraads bloed- en aanverwanten bij het bepalen van toeslagpartnerschap.
Let op!
De Belastingdienst hanteert de leeftijdsgrens van 27 jaar, waardoor eerstegraads bloed- en aanverwanten voor de belastingen wel partner blijven, maar dus geen toeslagpartner meer zijn voor de toeslagen.
INTERNATIONALE SITUATIES
Onderworpenheidstoetsen vennootschapsbelasting
In de vennootschapsbelasting worden voor diverse (antimisbruik)bepalingen onderworpenheidstoetsen gebruikt om te bepalen of een belastingplichtige voldoende belasting betaalt. De voorgestelde wijziging verduidelijkt dat ook een kwalificerende Pijler 2-bijheffing meetelt voor enkele onderworpenheidstoetsen. Pijler 2 zorgt ervoor dat multinationale groepen en binnenlandse groepen met een omzet van minimaal € 750 miljoen ten minste effectief 15% aan belasting over hun winst betalen. Dit geldt onder andere voor regels over de renteaftrekbeperking, de deelnemings- en objectvrijstelling.
Tip
Een fiscaal adviseur kan in kaart brengen of de wijzigingen van invloed zijn op de bestaande structuur.
Objectvrijstelling vaste inrichtingen
De objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten wordt aangepast om dubbele belasting te voorkomen bij vaste inrichtingen die in Nederland worden belast, maar in andere landen niet als vaste inrichting worden erkend. Met deze aanpassing wordt de vrijstelling nu ook toegepast als de winst in het buitenland aan belasting is onderworpen. Dit voorkomt onbedoelde dubbele heffing door mismatches in de erkenning van vaste inrichtingen.
Algemene antimisbruikbepaling ATAD1
Nederland zet de algemene antimisbruikbepaling (GAAR) uit ATAD1 om in nationale wetgeving. Bij de implementatie van ATAD1 in 2019 is ervoor gekozen dit niet te doen, omdat de GAAR door het leerstuk van fraus legis al in de Nederlandse wetgeving was opgenomen. Nu de Europese Commissie expliciet om implementatie van GAAR heeft gevraagd, komt Nederland tegemoet aan dit verzoek.
Wijzigingen Wet minimumbelasting 2024
De Wet minimumbelasting 2024 (WMB) is een implementatie van de EU-richtlijn. Resterende onderwerpen uit administratieve richtsnoeren, waarvoor een wettelijke grondslag vereist is, worden in de WMB opgenomen, net als enkele technische wijzigingen. Het gaat om regelingen betreffende kwalificerend belang, kwalificerende verhandelbare belastingtegoeden, valutaconversie, binnenlandse bijheffing, voortgewentelde bovenmatige negatieve belastinguitgave, het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid, de tijdelijke Country-by-Country Reporting-veiligehavenregel en formeelrechtelijke aspecten.
Nieuw groepsbegrip bronbelasting
Nederland heft een bronbelasting op rente, royalty’s en dividenden betaald aan een gelieerd lichaam dat gevestigd is in een land met lage belastingen. De bronbelasting is aan de orde als sprake is van een kwalificerend belang. Dat kan ook het geval zijn als sprake is van een samenwerkende groep. Het begrip ‘samenwerkende groep’ wordt vervangen door het groepsbegrip: kwalificerende eenheid. Hiervan is sprake als lichamen gezamenlijk handelen met als hoofddoel (of één van de hoofddoelen) belastingheffing bij één van de lichamen te ontgaan.
Tip
De bewijslast dat sprake is van een kwalificerende eenheid rust op de inspecteur, maar bij twijfel is het raadzaam in vooroverleg te treden. Dat geeft zekerheid vooraf.
Internationale waardeoverdracht
In 2023 heeft het Europese Hof van Justitie arresten gewezen over de internationale waardeoverdracht van pensioen bij een baanwisseling. In reactie daarop wordt de wet aangepast bij internationale waardeoverdracht van pensioen. Deze wijzigingen, geldend per 16 november 2023, zorgen ervoor dat de voorwaarden voor waardeoverdracht in lijn zijn met het Europese recht. Twee belangrijke voorwaarden worden opgeheven: i) de verplichting voor buitenlandse pensioenfondsen om aansprakelijkheid te aanvaarden en ii) de beperking op afkoopmogelijkheden in het buitenland.
Let op!
De voorwaarde van niet ruimere afkoopmogelijkheden in het buitenland dan op grond van nationale wetgeving, blijft gelden voor individuele waardeoverdrachten buiten de EU, de EER en Zwitserland.
ENERGIE & MILIEU
Vermindering energiebelasting
De belastingvermindering voor elektriciteit wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2024 verhoogd naar € 521,81. Deze maatregel vervangt de afbouw van het verlaagde tarief voor walstroom, dat zou leiden tot een onbeduidend voordeel van maximaal 3,6 eurocent per jaar voor elektriciteitsverbruikers. Door de verhoging van de belastingvermindering wordt het voordeel op een eenvoudigere manier aan consumenten gegeven, zonder extra lasten voor energieleveranciers en de Belastingdienst. Voor de periode 2025 tot en met 2033 geldt eveneens dat de belastingvermindering wordt verhoogd.
CO2-heffing glastuinbouw
De Wet fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw brengt drie belangrijke wijzigingen. Ten eerste wordt de definitie van energiebedrijven aangepast: alleen bedrijven die minimaal 75% van hun met aardgas opgewekte warmte aan glastuinbouwbedrijven leveren, zijn belastingplichtig. Ten tweede, het tariefpad van de CO2-heffing wordt verlaagd, met een nieuwe tariefstructuur die elk jaar wordt herzien volgens actuele gegevens. Tot slot, de uitvoering van de CO2-heffing glastuinbouw gaat van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) naar de Belastingdienst.
Let op!
Het kabinet wil in het voorjaar van 2025 besluiten over de uitbreiding van het Europees emissiehandelssysteem (ETS2) naar de glastuinbouwsector en de impact hiervan op de CO2-heffing.
Verlenging lage brandstofaccijnzen
De verlaging van de accijnstarieven voor ongelode benzine, diesel en LPG die op 1 april 2022 begon, blijft tot en met 31 december 2025 van kracht. Deze maatregel houdt de tarieven gelijk aan die van 1 juli 2023 en voorkomt indexering, waardoor de korting breder is dan voorheen. Dit beleid is gericht op het verlichten van de brandstofkosten voor huishoudens en bedrijven en biedt hen meer tijd om zich aan te passen aan veranderende economische omstandigheden.
Let op!
Als de verlenging niet wordt doorgezet, kunnen de tarieven in 2025 aanzienlijk stijgen. Het gaat nu in totaal om € 0,18473 (ongelode benzine), € 0,11964 (diesel) en € 0,04362 (LPG).
Afschaffing salderingsregeling
Eindafnemers met een kleine installatie ontvangen momenteel voor de ingevoerde elektriciteit hetzelfde tarief (leveringskosten, energiebelasting en btw) als voor de onttrokken elektriciteit. In 2024 is dit een belastingvoordeel van circa € 0,167 (energiebelasting en btw) per gesaldeerde kWh. Dit voordeel gaat vervallen. Het kabinet stelt voor dat vanaf 2027 teruggeleverde elektriciteit niet meer wordt gesaldeerd met geleverde elektriciteit. Er is toezicht dat de vergoeding voor de teruggeleverde elektriciteit transparant en redelijk is. Deze vergoeding kan niet negatief zijn.
Let op!
Houd bij de berekening van het rendement op zonnepanelen rekening met het vervallen van de salderingsregeling per 2027.
Verlaging energiebelasting op aardgas
De energiebelasting op aardgas wordt verlaagd voor een verbruik tot 170.000 m³. Deze verlaging start met 2,8 cent per m³ in 2025 en stijgt naar 4,8 cent per m³ in 2030. Huishoudens met een gemiddeld verbruik van 1.050 m³ besparen hierdoor circa € 29 per jaar in 2025, oplopend tot ongeveer € 50 in 2030. Ook bedrijven profiteren van lagere kosten door deze aanpassing in de belastingtarieven.
Separaat tarief waterstof
Vanaf 1 januari 2026 wordt waterstof in de energiebelasting lager belast dan aardgas. Dit stimuleert het gebruik van waterstof als duurzame energiebron en ondersteunt de energietransitie. Daarnaast wordt de vrijstelling voor het maken van waterstof via elektriciteit verduidelijkt en uitgebreid. Deze maatregelen bevorderen de ontwikkeling van de waterstofmarkt, creëren nieuwe kansen voor economische groei en werkgelegenheid en versterken de concurrentiepositie van Nederland.
Let op!
Het verlaagde tarief wordt uiterlijk in 2030 geëvalueerd. Bij een negatieve evaluatie zal het separate tarief vervallen per 1 januari 2031.
Afschaffing vrijstelling kolenbelasting
Bedrijven die kolen invoeren, vervoeren of opslaan moeten kolenbelasting betalen. De opbrengst van de kolenbelasting is laag. Het kabinet stelt voor om per 2027 de vrijstellingen voor duaal en non-energetisch gebruik van kolen af te schaffen. Ook de teruggaafregeling, waarmee niet-toegepaste vrijstellingen worden teruggevraagd, komt te vervallen. Deze regeling blijft nog vijf jaar na afschaffing beschikbaar voor oude gevallen. De doelstelling van het beëindigen van de vrijstellingen is tweeledig: het terugdringen van kolengebruik in Nederland en het realiseren van meer belastingopbrengsten.
Let op!
Dien tijdig een teruggaafverzoek in voor kolenbelasting voordat de regeling definitief vervalt.
Heffing AVI’s
Door diverse wetswijzigingen vallen afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) sinds 2024 zowel onder de definitie van AVI, als onder de definitie van broeikasgasinstallatie. Om verwarring over de CO2-heffing te voorkomen, worden AVI’s voortaan specifiek behandeld als AVI’s. Dit voorkomt dubbele regelgeving en onduidelijkheid over tarieven.
Let op!
Voor 2024 blijft de onduidelijkheid bestaan. Het gunstigere tarief voor broeikasgasinstallaties zal voor 2024 van toepassing zijn voor AVI’s.
Verduidelijking afvalstoffenbelasting
De in-/uitmethode voor de afvalstoffenbelasting wordt verduidelijkt. CO2-uitstoot die via de schoorsteen vrijkomt na verbranding mag niet in mindering worden gebracht op de belastinggrondslag voor de afvalstoffenbelasting. De in-/uitmethode stimuleert juist het voorkomen van afvalverbranding en vervuiling, wat met deze wetswijziging explicieter duidelijk wordt gemaakt.
Aanpassing belastingregels glastuinbouw
De belastingregels voor aardgas en elektriciteit in de glastuinbouw worden aangepast. Momenteel is er een vrijstelling voor elektriciteit opgewekt met een rendement van minstens 30% en via warmtekrachtkoppeling. Deze vrijstellingen worden beperkt en voortaan gebaseerd op het elektrisch vermogen van installaties. Installaties met meer dan 20 megawatt elektrisch vermogen worden belastingplichtig, terwijl middelgrote installaties vrijgesteld blijven. Dit zorgt voor een eenduidigere controle en toepassing van de regels.
Tip
Controleer of een installatie binnen de nieuwe grens valt om onverwachte belastingheffingen te voorkomen.
Plasticheffing, diesel en vliegbelasting
Er zijn ook diverse fiscale maatregelen uit het hoofdlijnenakkoord niet in het Belastingplan 2025 opgenomen. Het invoeren van een circulaire plastic-heffing, het herinvoeren van rode diesel voor de landbouw en het differentiëren van de vliegbelasting naar reisafstand. Deze maatregelen zullen later worden uitgewerkt, omdat ze complex zijn en volgens het kabinet vragen om een zorgvuldig beleidstraject en een afgewogen parlementaire behandeling.
AVI-correctiefactor voor CO2-heffing
De CO2-heffing voor de industrie, sinds 2021 van kracht, wordt aangescherpt met de invoering van een AVI-correctiefactor. Deze maatregel vermindert het aantal dispensatierechten voor afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) met 1 Mton in 2030, wat de prikkel versterkt om de CO2-uitstoot te verlagen. De correctiefactor wordt vanaf 2026 geleidelijk ingevoerd, zodat de sector zich kan aanpassen. Na 2030 blijft de correctiefactor van kracht, ter ondersteuning van de bredere doelstellingen van de CO2-heffing: reductie van broeikasgassen en bevordering van de circulaire economie.
Let op!
AVI’s dienen zich tijdig voor te bereiden op de strengere emissieregels en maatregelen te nemen om hun CO2-uitstoot te reduceren.
OVERIGE MAATREGELEN
Flexibeler vaststellen belastingrente
De voorgestelde wijziging moet ervoor zorgen dat belastingrentepercentages in de toekomst flexibeler kunnen worden vastgesteld. Is het wenselijk om het percentage van te vergoeden belastingrente anders te laten zijn dan het percentage van in rekening te brengen belastingrente, dan is hiervoor geen wetswijziging meer nodig, een algemene maatregel van bestuur is voldoende.
Verlenging boetetermijn voor derden
De boetetermijn voor derden, zoals adviseurs en medeplichtigen, wordt verlengd naar 12 jaar, als voor de betrokken belastingplichtige zelf ook een verlengde navorderings- of naheffingstermijn van toepassing is. Hiermee wordt voorkomen dat betrokken derden niet meer beboet kunnen worden, terwijl de belastingplichtige nog wel kan worden aangepakt binnen de verlengde termijn. Voor bestaande gevallen zal overgangsrecht van toepassing zijn.
Vastgoedmaatregel FBI’s aangescherpt
Bij het Belastingplan 2025 is een maatregel getroffen die ervoor zorgt dat een fiscale beleggingsinstelling (FBI) niet langer rechtstreeks in Nederlands vastgoed kan beleggen: de vastgoedmaatregel. Belegt een FBI op 1 januari 2025 nog wel rechtstreeks in Nederlands vastgoed, dan kan de FBI het speciale vennootschapsbelastingregime voor FBI’s niet toepassen. Op deze maatregel volgen nog aanpassingen om een lek te dichten en om invulling te geven aan het begrip “vastgoed”. De exacte wijzigingsvoorstellen zijn op dit moment nog niet bekend.
Tip
Zorg dat de FBI op tijd voldoet aan de nieuwe regels rondom vastgoedbeleggingen om verlies van het gunstige vennootschapsbelastingtarief voor FBI’s te voorkomen.
Vergoeding bij WOZ- en BPM-bezwaarzaken
Om het verdienmodel van no-cure-no-pay bureaus te ontmoedigen, is de proceskostenvergoeding voor WOZ- en BPM-bezwaarzaken vanaf 1 januari 2024 verlaagd tot 25%. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het lage tarief voor de proceskostenvergoeding in belasting- en premiezaken buiten toepassing moet blijven. Als gevolg daarvan is het tarief voor overige zaken van toepassing en dat tarief is op dit moment dubbel zo hoog. Om de hoogte van de vergoeding weer in lijn te brengen met de bedoeling van de wetgever, wordt voorgesteld om de proceskostenvergoeding voor WOZ- en BPM-zaken te verlagen naar 12,5%.
Teruggaaf zonder aangifte
Het kabinet komt nog met een wetsvoorstel om het mogelijk te maken ook een aanslag inkomstenbelasting met een te betalen bedrag van nihil of een teruggaaf vast te stellen in het geval de belastingplichtige heeft verzuimd zijn/haar aangifte in te dienen. Dit is in het belang van de burger die niet reageert op het verzoek om aangifte te doen, terwijl er recht bestaat op een belastingteruggaaf.
Let op!
Het is altijd verstandig om wel tijdig te reageren op een verzoek om aangifte te doen.
Behandeling buitenlandse rechtsvormen
De fiscale behandeling van diverse buitenlandse rechtsvormen, maar ook voor een aantal Nederlandse rechtsvormen wijzigt. Dit betekent bijvoorbeeld het einde van de zelfstandige belastingplicht voor de open commanditaire vennootschap en vergelijkbare personenvennootschappen. Nu worden nog enkele verfijningen op dit wetsvoorstel aangebracht. Door de invoering van de wijziging van de fiscale behandeling van verschillende rechtsvormen is bijvoorbeeld de reikwijdte van de aftrekbeperking voor toekenningen en uitreikingen van aandelen en optierechten binnen een concern onbedoeld beperkt. Dit soort omissies worden nu aangepast.
Tip
In beginsel leidt het verlies van vennootschapsbelastingplicht van bijvoorbeeld een open commanditaire vennootschap tot een fiscale afrekening. Maar met bepaalde middelen, bijvoorbeeld een gefacilieerde aandelenfusie, is de belastingclaim door te schuiven.
Verhoging kansspelbelasting
Het tarief van de kansspelbelasting wordt fors verhoogd van 30,5% naar 34,2%, om vervolgens per 1 januari 2026 verder verhoogd te worden naar 37,8%.
Invorderingsrente verliesverrekening
Een belastingaanslag moet binnen de daarvoor geldende termijn worden betaald. Wanneer die termijn wordt overschreden, wordt invorderingsrente in rekening gebracht. Door een wetswijziging in 2013 is per abuis een regeling geschrapt. Daarmee is de wettelijke grondslag vervallen om de invorderingsrente opnieuw te berekenen wanneer er verliesverrekening wordt toegepast. Deze regeling wordt nu weer in de wet opgenomen, zodat, de regeling weer overeenkomt met de situatie van vóór 2013. Deze wijziging zal in verband met de benodigde wijziging in de automatisering – naar verwachting – pas per 1 januari 2027 in werking kunnen treden.
Let op!
De Belastingdienst heeft jarenlang na verliesverrekening ten onrechte de invorderingsrente niet opnieuw berekend. In 2021 is de Belastingdienst een herstelactie gestart om dit recht te zetten.
BES-eilanden
De volgende wijzigingen zijn voorgesteld voor het fiscaal stelsel op de BES-eilanden:
- De looptijd van de investeringsfaciliteit in de vastgoedbelasting (geen heffing over de gestegen meerwaarde van onroerende zaken) wordt verkort van tien naar vijf jaar.
- Het tarief in de vastgoedbelasting voor onroerende zaken waarin een hotelbedrijf wordt uitgeoefend, wordt verhoogd van 10% naar 11%.
- Het tarief van de opbrengstbelasting wordt verhoogd van 5% naar 7,5%.
- Het bedrag van de kleine ondernemersregeling wordt vanaf 2025 jaarlijks geïndexeerd.
- In de overdrachtsbelasting worden enkele foutieve verwijzingen hersteld.
- Er komt een afzonderlijke transitieregel voor enkele formele termijnen bij een verslagjaar dat eindigt voor 31 maart 2025.
- De begrippen ‘eigen woning’ en ‘loon’ in de inkomstenbelasting worden aangescherpt.
- De belastingvrije som in de inkomstenbelasting wordt gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.
- De tariefstructuur in de inkomstenbelasting wordt aangepast.
- Het tarief voor aanmerkelijkbelangwinsten in de inkomstenbelasting wordt verhoogd van 5% naar 7,5%.
- Er worden diverse inhoudelijke en technische wijzigingen doorgevoerd in de loonbelasting, zoals een aanpassing van het loonbegrip.
- Er wordt een fictieve dienstbetrekking ingevoerd voor de partner van een aanmerkelijkbelanghouder.
- De behandeling van aanspraken ten laste van spaar- en voorzieningsfondsen wordt aangepast.
- De verklaring dat inhouding van belasting achterwege mag blijven, vervalt.
- Er wordt een eindheffingsregime ingevoerd voor situaties waarin aan de werkgever een naheffingsaanslag wordt opgelegd.
Verhoging kindgebonden budget
Om op een gerichte manier de financiële positie van gezinnen te verbeteren verhoogt het kabinet het kindbedrag van het kindgebonden budget. Daarnaast wordt het afbouwpercentage elk jaar stapsgewijs verhoogd om het kindgebonden budget gerichter te maken.
Geen verlaging sociale uitkeringen
De geplande stapsgewijze verlaging van een aantal uitkeringen op het sociaal minimum wordt de komende drie jaar (2025, 2026 en 2027) gepauzeerd. Daardoor zullen deze uitkeringen tot en met eind 2038 hoger zijn dan zonder dit voorstel het geval is. Dit betreft de bijstand, de uitkeringen voor nabestaanden en de toeslag tot aan het sociaal minimum voor alleenstaanden met een UWV-uitkering.
Let op!
Het gaat hier niet om een verhoging van de uitkeringen, maar om het schrappen van een voorgenomen verlaging.
Onterechte afwijzing schuldregeling
Van 2012 tot en met maart 2021 zijn verzoeken van burgers tot medewerking aan een buitengerechtelijke schuldregeling (MSNP-verzoeken) door de Belastingdienst afgewezen op één grond. Het is onjuist dat de Belastingdienst enkel om één reden (geautomatiseerd) MSNP-verzoeken heeft afgewezen. Het gaat hier om kwetsbare burgers bij wie de mogelijkheid tot het realiseren van een schuldenvrije start onterecht is beperkt.
Daarom wordt een wetsvoorstel uitgewerkt waarin het kabinet een grondslag introduceert voor het tegemoetkomingsbeleid dat is opgesteld om de getroffen burgers tegemoet te komen.
Eerder ingediende wetgeving, o.a.:
- De margeregeling omzetbelasting voor antiquiteiten, kunst- en verzamelvoorwerpen kan niet meer worden toegepast als een wederverkoper de goederen heeft ingekocht tegen een ander dan het algemene tarief.
- De plaats van virtuele diensten van culturele, artistieke, sportieve, wetenschappelijke, educatieve en vermakelijke aard voor de omzetbelasting is voortaan daar waar de afnemer (ondernemer of niet-ondernemer) woont, is gevestigd of waar de vaste inrichting is.
- Op een aantal agrarische goederen is niet langer het lage btw-tarief van toepassing.
- De kleineondernemersregeling (KOR) in de omzetbelasting geldt voortaan binnen de hele EU.
- Buitenlandse rechtsvormen worden door de rechtsvormvergelijkingsmethode op dezelfde wijze belast als vergelijkbare Nederlandse rechtsvormen.
- De open commanditaire vennootschap is niet langer zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
- Een fonds voor gemene rekening is alleen nog maar belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting als het een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht. Ook moeten de bewijzen van deelgerechtigdheid verhandelbaar zijn.
- Er is alleen nog sprake van een voor de vennootschapsbelasting vrijgestelde beleggingsinstelling als het een beleggingsinstelling in de zin van de Wet op het financieel toezicht betreft.
- De wijze van vaststelling van het kwalificerend ondernemingsvermogen, de omvang van de vrijstelling en de eisen aan de verkrijger voor de BOR/DSR ab wijzigen.
- De bijtelling voor een elektrische auto is 17% over de eerste € 30.000 en 22% over de waarde boven € 30.000.
- De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd naar € 2.470.
- De belastingplicht voor de BPM gaat over van de tenaamgestelde naar de aanvrager.
- De heffing en betaling van BPM moet plaatsvinden voorafgaand aan de inschrijving.
- Het nihiltarief voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van 0 g/km wordt vervangen door een kwarttarief MRB. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0 g/km tot en met 50 g/km geldt een driekwarttarief MRB.
- Het loonkostenvoordeel voor werknemers met een laag inkomen vervalt. Ook voor oudere werknemers wordt het loonkostenvoordeel stapsgewijs afgebouwd.
- De samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting voor aandelentransacties wordt aangepast. Er geldt voortaan een tarief van 4% als het nieuwe onroerende zaken voor de omzetbelasting betreft die voor minder dan 90% btw-belast worden geëxploiteerd.
Nieuwe regels voor loonheffingen per 2024
Download de nieuwsbrief loonheffingen 2024 van de Belastingdienst. In deze nieuwsbrief word je geïnformeerd over de wijzigingen in de aangifte loonheffingen voor 2024.
Download alle tarieven, bedragen en percentages loonheffingen vanaf 1 januari 2024.
Bron: Belastingdienst
In 2024 wordt de WKR verlaagd
In 2023 bedraagt de werkkostenregeling (WKR) 3% tot een loonsom van € 400.000 en hierboven 1,18%. In 2024 wordt het percentage verlaagd naar 1,92% tot € 400.000 en over het meerdere blijft de vrije ruimte 1,18%. Hierdoor kan het handig zijn zaken die mogelijk vergoed zouden worden in 2024 alvast in 2023 in aanmerking te nemen.
Bonussen kunnen zonder onderbouwing tot € 2.400 in de vrije ruimte worden ingebracht. Dit geldt voor personeel en voor de DGA. Dit bedrag mag vrij worden verstrekt, zonder loonheffing voor zover de vrije ruimte dit toelaat.
Indien je hiervan gebruik wilt maken, neem dan contact op met onze salarisadministratie specialist.
Regel gift aan ANBI voor 1 januari
In de vennootschapsbelasting is het nu nog mogelijk om jaarlijks een aftrekbare gift te doen tot maximaal € 100.000. Deze gift is aftrekbaar voor 50% van de winst. Indien je via een BV een gift wilt doen aan een ANBI dan kan je nog tot 1 januari 2024 gebruik maken van de giftenaftrek. De aftrek wordt verwerkt via de aangifte vennootschapsbelasting 2023.
Jaarruimte 2023 benutten
De opbouw van lijfrente is in 2023 met terugwerkende kracht tot 1 januari in lijn gebracht met de Pensioenwet. Hierdoor zijn vanaf 2023 de mogelijkheden om lijfrentekapitaal op te bouwen verruimd. De belangrijkste wijzigen zijn als volgt:
- Het percentage van de jaarruimte gaat omhoog van 13,3% naar 30%.
- De reserveringsruimte wordt een vast bedrag van maximaal € 38.000.
De termijn voor de reserveringsruimte wordt verlengd van 7 naar 10 jaar.
Hierdoor kan verdampte jaarruimte voor de jaren 2013 en 2014 alsnog benut
worden.
Lijfrente kapitaal opbouwen kan interessant zijn voor de DGA als pensioenvoorziening of als aanvulling op het pensioen bij werknemers in loondienstverband. Let op: de premie dient vóór 31 december 2023 gestort te zijn in een opbouwprodukt bij een verzekeraar of bank. Voor de volledigheid merken wij op dat sommige aanbieders een deadline voor de storting kunnen hanteren.
Hoeveel lijfrente kapitaal er opgebouwd kan worden in 2023 is afhankelijk van het belastbaar inkomen in Box 1 2022. Als je wilt weten of dit interessant is in jouw persoonlijke situatie en om hoeveel je kunt leggen, kan er een berekening worden gemaakt.
Stel deze vraag vóór 11 maandag december zodat je de uitkomst tijdig ontvangt.
Tarieven dividenduitkeringen vanuit aanmerkelijk belang veranderen
Vanaf 2024 veranderen de tarieven voor de dividenduitkeringen vanuit een aanmerkelijk belang. Er is sprake van een aanmerkelijk belang indien je meer dan 5% van de aandelen in een vennootschap bezit. De belastingheffing van het aanmerkelijk belang verloopt via Box 2.
Inkomen in Box 2 Tarief
< € 67.000 (voor fiscale partners < € 134.000) 24,5%
> € 67.000 (voor fiscale partners > € 134.000) 33%
Voor uitkeringen tot € 67.000 is het fiscaal gunstig om de uitkering ná 31 december 2023 te doen. Gaat het om hogere bedragen dan kan het voordeliger zijn om de uitkering vóór het jaareinde te laten plaatsvinden. Of dit daadwerkelijk het geval is, hangt af van de persoonlijke situatie van de aanmerkelijk belanghouder en van de BV. Zo moet de BV bijvoorbeeld over voldoende liquiditeiten beschikken en de reserves aan de vereisten voor een dividenduitkering voldoen.
Indien je een dividenduitkering wilt doen vóór het einde van 2023, kan je contact opnemen met jouw relatiebeheerder. Indien je vooraf advies wenst, zijn wij je hier ook graag mee van dienst.
Alle belastingplannen op een rijtje
Gisteren zijn tijdens Prinsjesdag de fiscale plannen voor 2024 gepresenteerd.
De aangekondigde maatregelen hebben onder andere betrekking op:
- de koopkracht;
- verhoging tarieven accijnzen;
- aanscherping van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR);
- verlaging MKB winstvrijstelling.
Hieronder hebben we een aantal belangrijke maatregelen uitgelicht die voor jou fiscale gevolgen kunnen hebben. Wil je alle Belastingplannen inzien, klik dan hier.
Verlaging MKB-winstvrijstelling
Het kabinet wil de MKB-winstvrijstelling verlagen van 14% naar 12,7%. De MKB-winstvrijstelling verlaagt de belastbare winst. Als de onderneming verlies lijdt, verkleint de MKB-winstvrijstelling het fiscale verlies.
Verandering fonds voor gemene rekening
Wil een fonds voor gemene rekening (fgr) voor de vennootschapsbelasting zelfstandig belastingplichtig blijven, dan moet het per 1 januari 2025 aan een nieuwe voorwaarde voldoen. Het zal dan namelijk een kwalificerend beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten moeten zijn.
De deelgerechtigdheid moet blijken uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid.
Verlaging vrije ruimte werkkostenregeling
In 2023 bedraagt de vrije ruimte voor de werkkostenregeling 3% van de fiscale loonsom tot € 400.000. Over het deel van de fiscale loonsom dat hoger is dan
€ 400.000, bedraagt de vrije ruimte 1,18%. In de wet is abusievelijk opgenomen dat het maximumbedrag van de vrije ruimte in de eerste schijf in 2023 € 6.800 bedraagt (in plaats van € 12.000). Dit wordt met terugwerkende kracht naar
1 januari 2023 hersteld, waardoor het maximumbedrag in de eerste schijf gelijk zal zijn aan 3% van € 400.000.
Vanaf 2024 wordt het percentage van de vrije ruimte verlaagd van 3% naar 1,92% over een fiscale loonsom tot € 400.000.
Correctie aftrekbeperking hypotheekrente gezamenlijke aankoop eigen woning
Als partners besluiten om eerst gezamenlijk een eigen woning te kopen en daarna pas de woning van één van beide partners te verkopen, kan dit op grond van de huidige wetgeving ertoe leiden dat de aftrek van de (hypotheek)rente wordt beperkt. Voorgesteld wordt om de wet met terugwerkende kracht naar 1 januari 2022 aan te passen, zodat deze ongewenste renteaftrekbeperking wordt voorkomen.
Strengere toetsing inkomensafhankelijke combinatiekorting bij co-ouderschap
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaanden of minstverdienende partners die arbeid en zorg voor een kind combineren. Bij co-ouderschap moet de zorg voor het kind door de co-ouders in gelijke mate worden verdeeld. Door een arrest van de Hoge Raad was daarvan al sprake bij 78 dagen zorg aan het kind in een kalenderjaar door één van de co-ouders. Vanaf 1 januari 2024 moeten co-ouders ieder ten minste 156 dagen van het kalenderjaar voor het kind zorgen.
Nieuwe tarieven inkomstenbelasting 2024
Tarieven IB 2024 niet-AOW-er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2024 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2024 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.
Tarief inkomstenbelasting 2024
Schijf laag tarief < € 75.624 36,97% Schijf hoog tarief > € 75.624 49,50%
Tarieven IB 2024 AOW-er
Schijf tarief 1 < € 38.139* 19,07% Schijf tarief 2 > € 38.139 < € 75.624 36,97% Schijf tarief 3 > 75.624 49,50%
* Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.077
Belastingrente
De belastingrente is vanaf 1 juli jl. verhoogd naar 6%. Een uitzondering daarop zijn de vennootschaps- en bronbelasting.
Belastingrente is de rente die de fiscus hanteert voor gemiste rente. Wanneer je geld verschuldigd bent aan de fiscus is de kans groot dat er belastingrente geheven wordt. Dit is ook aan de orde als je uitstel hebt gevraagd.
- Dien je de aangifte inkomstenbelasting later in dan 1 mei en legt de Belastingdienst een aanslag op na
1 juli, dan ben je belastingrente verschuldigd. - Dien je de aangifte na 1 juli in dan wordt er sowieso belastingrente geheven.
Inkomstenbelasting
Om te voorkomen dat je er belastingrente wordt geheven over de inkomstenbelasting is het van belang dat de voorlopige aanslag zo realistisch mogelijk wordt vastgesteld.
Erfbelasting
Zorg er als nabestaande voor dat de aangifte erfbelasting of een verzoek voor een voorlopige aangifte binnen 8 maanden na het overlijden zo realistisch mogelijk wordt ingediend. Als de fiscus akkoord hiermee akkoord gaat, wordt er geen belastingrente in rekening gebracht.
Hulp nodig?
Wil je de belastingrente zo veel mogelijk beperken? Schakel dan onze hulp in.
Wij kennen de rechten en plichten van de belastingbetaler én de Belastingdienst. Bezwaar maken? We staan jou graag bij.
Invorderingsrente
Invorderingsrente is de rente die de Belastingdienst in rekening brengt als je het bedrag van de aanslag niet binnen de wettelijke betalingstermijn betaalt.
Tijdens de corona periode is het rentepercentage tijdelijk 0% geweest, maar ondertussen is er weer sprake van 3%. Per 2024 komt daar zelfs nog een procent bij.
Voorkom extra kosten en betaal dus op tijd.
Er is vaak onduidelijkheid over de aftrekbaarheid van aangekochte goederen en diensten. Wanneer je de goederen of diensten zowel zakelijk als privé gebruikt, moet het deel van privé gebruik gecorrigeerd worden.
Laptop
Denk hierbij aan de laptop die aangeschaft is voor de zaak, maar die je in de avond ook privé gebruikt. Stel dat het gebruik 80% zakelijk is 20% privé dan mag je de btw maar voor 80% terugvragen.
Telefoon- en internetrekening
De btw van het deel van de telefoon- en internetrekening dat je privé gebruikt, mag ook niet volledig toegerekend worden aan de zaak. De btw is sowieso niet aftrekbaar voor:
- verkeersboetes
- de btw op horeca uitgaven.
Twijfel je over de aftrekbaarheid van de btw op aangekochte goederen of diensten, of heb je hulp nodig bij het correctie voor privé gebruik? Neem dan contact met ons op.
Vanwege privacybescherming en identiteitsfraude hebben eenmanszaken sinds 2020 een nieuw btw-identificatienummer (btw-id) van de Belastingdienst ontvangen. Dit nummer is niet meer gekoppeld aan het burgerservicenummer (bsn). Het is wettelijk verplicht om op uitgaande facturen en de website het nieuwe btw-id nummer te noteren.
Wij raden aan dit voor de zekerheid te controleren. Een Nederlands btw-nummer begint met NL, gevolgd door 9 cijfers, de letter B en nog eens 2 cijfers. Voorbeeld: NL123456789B01.
Spaargeld, beleggingen en andere vermogensbestanddelen geef je op in box 3. Over dat vermogen berekent de Belastingdienst altijd een forfaitair (fictief) rendement.
Er is je vast niet ontgaan dat de Belastingdienst de box 3 regels behoorlijk heeft veranderd. Vanaf 2026 zal de overheid belasting heffen op het vermogen wat aansluit op de werkelijk behaalde winst. Dit kan behoorlijke gevolgen hebben voor jouw box 3.
In ons Box 3 blog houden wij je op de hoogte van de laatste stand van zaken over de door de overheid aangekondigde wijzigingen en welk effect dit op jou zal hebben.
Oudedagsvoorziening
De directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een onderneming is verplicht een salaris te genieten wat marktconform is. Deze verplichting staat ook wel bekend als de gebruikelijkloonregeling.
In het Belastingplan 2023 wordt een verandering aangekondigd ten aanzien van deze regeling. De doelmatigheidsmarge van 25% wordt afgeschaft per 1 januari 2023.
Indien er bij het bepalen van het gebruikelijk loon rekening is gehouden met deze marge, moet het loon vanaf 2023 mogelijk worden verhoogd om in lijn te blijven met de gebruikelijkloonregeling.
Afschaffing doelmatigheidsmarge per 1 januari 2023
De directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een onderneming is verplicht een salaris te genieten wat marktconform is. Deze verplichting staat ook wel bekend als de gebruikelijkloonregeling.
In het Belastingplan 2023 wordt een verandering aangekondigd ten aanzien van deze regeling. De doelmatigheidsmarge van 25% wordt afgeschaft per 1 januari 2023.
Indien er bij het bepalen van het gebruikelijk loon rekening is gehouden met deze marge, moet het loon vanaf 2023 mogelijk worden verhoogd om in lijn te blijven met de gebruikelijkloonregeling.
Niet-bezwaarmakers geen recht op compensatie
De hoop dat niet-bezwaarmakers worden gecompenseerd is met de aanbieding van het Belastingplan 2023 vervlogen.
Staatssecretaris Van Rij heeft aangegeven dat ambtshalve verzoeken om rechtsherstel zullen worden afgewezen. Het gaat om rechtsherstel in verband met het Kerstarrest box 3 waarmee de procedure massaal bezwaar inkomstenbelasting 2017 en 2018 is afgerond. Het kabinet heeft besloten om degenen die geen rechtsgeldig bezwaar hebben gemaakt geen rechtsherstel te bieden (de niet-bezwaarmakers), gesteund door het arrest van de Hoge Raad van
20 mei 2022.
Er is op dit moment overleg tussen het Ministerie van Financiën, de Bond voor Belastingbetalers en andere beroepsorganisaties over bezwaarschriften, verzoeken tot ambtshalve verminderingen en procedures van niet-bezwaarmakers. Als de niet-bezwaarmakers tegen alle verwachting in toch geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd, zal dit naar verwachting massaal gebeuren.
U hoeft nu dus geen actie te ondernemen.
Alle Belastingplannen op een rijtje
Gisteren zijn tijdens Prinsjesdag de Belastingplannen voor 2023 gepresenteerd.
De aangekondigde maatregelen hebben onder andere betrekking op:
- de koopkracht;
- een betere balans tussen de lasten op arbeid en vermogen;
- verhoging van de vennootschapsbelasting en
- een versnelde afbouw van de zelfstandigenaftrek.
Hieronder hebben we een aantal belangrijke maatregelen uitgelicht die voor jou fiscale gevolgen kunnen hebben. Wil je alle Belastingplannen inzien, klik dan hier.
Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek wordt versneld afgebouwd met € 1.280 per jaar (inclusief de reeds eerder op basis van het Belastingplan 2020 en het Belastingplan 2021 aangekondigde afbouw). De zelfstan-digenaftrek wordt stapsgewijs verlaagd van
€ 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. Per 2023 bedraagt de zelfstandigenaftrek € 5.030.
Verhogingwerkkostenregeling
Werkgevers kunnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling benutten om onbelast zaken te vergoeden en te verstrekken aan hun werknemers. Op dit moment bedraagt de vrije ruimte voor elke werkgever 1,7% van de eerste € 400.000 van de loonsom en 1,18% van het meerdere. Voorgesteld is om, vanwege de inflatie, de vrije ruimte (alleen) over de eerste € 400.000 van de loonsom te verhogen met 0,22%. Dit is maximaal € 880 extra vrije ruimte per werkgever.
Doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon
Dga’s zijn verplicht zichzelf loon toe te kennen vanuit hun eigen bv. De minimale hoogte van dat loon wordt vastgesteld op basis van de gebruikelijkloonregeling, waarbij onder andere gekeken wordt naar het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het loon van de dga mag maximaal 25% lager zijn dan dit loon. Deze 25% is de doelmatigheidsmarge. Voorgesteld is nu om de doelmatigheids-marge af te schaffen, zodat dga’s zichzelf mogelijk een hoger loon moeten toekennen.
Btw-nultarief op zonnepanelen
Momenteel is de levering en installatie van zonnepanelen belast met 21% btw. Het kabinet wil de levering en installatie van zonnepanelen bij of aan woningen vanaf 1 januari 2023 onder het btw-nultarief brengen. Er drukt dan niet langer btw op de aanschaf van zonnepanelen. Als de jaaromzet van de stroomleveringen onder de € 1.800 blijft, hoeft de particuliere zonnepaneelhouder zich voortaan niet meer aan te melden bij de Belastingdienst.
Leegwaarderatio naar 100%
De waarde van verhuurde woningen met huurbescherming wordt bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio. Dit is van belang voor de schenk- en erfbelasting en box 3 inkomstenbelasting. Voorgesteld wordt om vanaf 2023 voor tijdelijke huurcontracten en voor verhuur aan gelieerde partijen een ratio van 100% te hanteren. Hiermee wordt in die situaties de leegwaarderatio in feite afgeschaft.
Nieuwe rendementsgrondslag
In de nieuwe berekening van de rendementsgrondslag in box 3 wordt het voordeel uit sparen en beleggen gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Hierbij worden drie vermogenscategorieën onderscheiden: banktegoeden, schulden en overige bezittingen. Voor elke vermogenscategorie wordt een eigen forfaitair rendementspercentage voorgesteld dat zoveel mogelijk aansluit bij het werkelijk behaalde rendement.
De rendementspercentages voor de nieuwe berekening per categorie: Banktegoeden (I) Overige bezittingen (II) Schulden (III)
2017 0,25% 5,39% 3,43%
2018 0,12% 5,38% 3,20%
2019 0,08% 5,59% 3,00%
2020 0,04% 5,28% 2,74%
2021 0,01% 5,69% 2,46%
2022 – 5,53% –
De percentages voor de categorieën I en III over 2022 zijn nog niet bekend.
Voldoet je factuur aan de vereisten?
Als je goederen of diensten hebt verkocht vanuit je onderneming dan moeten de kosten binnen 15 dagen na de maand van levering van produkt of dienst bij de klant in rekening worden gebracht.
Houdt daarbij rekening met de gestelde factuurvereisten, zoals:
- de juiste vermelding van de adresgegevens van je klant;
- jouw bedrijfsnaam en adres;
- jouw eigen btw identificatienummer en KvK-nummer;
- opvolgende factuurnummering;
- datum waarop je de factuur uitreikt;
- duidelijke omschrijving van de geleverde goederen of verrichte diensten;
- juiste vermelding van het btw tarief en btw bedrag. Bij verschillende btw tarieven is het van belang dit op de factuur te splitsen;
- als jouw klant zich in een ander EU-land bevindt en de btw wordt verlegd, vermeldt dan ook het btw nummer van de klant op de factuur. Controleer altijd eerst zelf of het nummer geldig is. Dat kan via deze website.
Twijfel je eraan of jouw factuur aan de vereisten voldoet? Laat je factuur gerust door ons beoordelen.
Wanneer aangifte omzetbelasting doen?
Voor de omzetbelasting wordt er onderscheid gemaakt tussen het factuurstelsel en het kasstelsel. In beginsel valt iedere omzetbelastingplichtige onder het factuurstelsel. In sommige gevallen valt je onderneming onder het kasstelsel.
Wanneerjouw onderneming onder het factuurstelsel valt, moet je aangifte omzetbelasting doen van alle inkoop- en verkoopfacturen die een datum hebben die valt binnen het betreffende aangifte tijdvlak. Hierbij is de factuurdatum dus leidend. Mocht je na het indienen van de aangifte omzetbelasting nog facturen bij ons aanleveren die betrekking hebben op eerder ingediende tijdvakken, dan zullen we hiervoor een suppletieaangifte omzetbelasting moeten opstellen.
Wanneer jouw onderneming onder het kasstelsel valt (denk hierbij o.a. aan kapperszaken, horecabedrijven, glazenwassers) dan is het moment van de geldtransactie leidend voor het moment van aangifte doen. Welke ondernemingen onder het kasstelsel vallen, is bij wet geregeld.
Kortom, zorg voor een volledige aanlevering van jouw administratie voor de periode waarover je aangifte moet doen.
Bij twijfel kun je altijd contact met ons op te nemen.
Denk goed na over de hoogte van je dividenduitkering
GroenLinks en PvdA hebben een initiatiefwetsvoorstel ingediend met aanpassingen in Box 2.
In deze box staat het inkomen uit aanmerkelijk belang. In het wetsvoorstel is onder andere opgenomen dat het tarief in Box 2 wordt opgedeeld in twee staffels.
- Bij een inkomen tot € 58.989 een tarief van 25,96%
- Bij een inkomen vanaf € 58.989 een tarief van 40,59%
Vermoedelijk wordt er meer duidelijk over de doorvoering van het initiatiefwetsvoorstel op Prinsjesdag. Indien je voornemens bent in de komende tijd een dividenduitkering groter dan € 58.989 uit te keren, raden wij aan de berichtgeving hiervoor in de gaten te houden.
Uiteraard kan je ons ook raadplegen voor een passend advies. We zijn je graag van dienst.
Hypotheekrente na scheiding alleen aftrekbaar bij (mede)eigendom van de woning
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat hypotheekrente na scheiding alleen aftrekbaar is bij (mede)eigendom van de woning
De zaak draaide om een gescheiden echtpaar waarbij de vertrekkende ex-partner ook na de scheiding de hypotheekrente bleef bepalen. De achterblijvende partner was juridisch eigenaar. Volgens de Hoge Raad geldt ook voor de toepassing van de echtscheidingsregeling dat een belastingplichtige ten minste een deel van het eigendom van de woning moet bezitten om de woning als ‘eigen woning’ te kunnen beschouwen.
Als dit speelt in jouw persoonlijke situatie, attendeer ons er dan op. Indien mogelijk, verwerken wij de hypotheekrente als ‘alimentatie’. Hierdoor gaat de aftrekpost niet verloren.
Fiscaal aftrekbaar of niet?
Wij krijgen geregeld de vraag of een computerbril fiscaal aftrekbaar is.
Het komt zelden voor dat een computerbril alleen zakelijk wordt gebruikt door een DGA. De Hoge Raad heeft om die reden besloten dat deze niet fiscaal aftrekbaar is.
Voor werknemers bestaat er de mogelijkheid om de computerbril als Arbo-voorziening in de gerichte vrijstelling onder te brengen, zodat de computerbril onbelast blijft.
Toch bestaat er voor de DGA ook een mogelijkheid om de computerbril gunstig aan te schaffen. Dat kan binnen de gerichte vrijstelling van de WKR. Zo hoeft de bril niet privé betaald te worden en is er sprake van een bruto/netto voordeel.
Voorkom boetes en sancties
Het UBO-register is een belangrijk middel tegen witwassen en financieren van terrorisme. UBO staat voor Ultimate Beneficial Owner, oftewel uiteindelijk belanghebbende.
Sinds de invoering op 27 september 2021 zijn vennootschappen en andere juridische entiteiten verplicht om hun UBO’s op te geven. Die mogelijkheid was er tot 27 maart 2022. De overheid zal toezien op handhaving op juridische entiteiten waar de risico’s van witwassen en het financieren van terrorisme het hoogst zijn.
Wij moeten als kantoor een melding doen als er sprake is van een foutieve of ontbrekende registratie bij een van onze klanten.
Nog niet geregistreerd? Voorkom boetes en sancties! De mogelijkheid om te registeren via de Kamer van Koophandel is verlengd tot 1 september 2022.
De beloning voor je meewerkende partner in je eigen onderneming mag je als aftrekpost in aanmerking nemen bij het bepalen van de winst van de onderneming.
Beloning meewerkende partner als aftrekpost
Heb jij een partner die meewerkt in jouw onderneming? Dan mag je je partner een zakelijke beloning van € 5.000 of meer toekennen. Deze beloning mag je als aftrekpost in aanmerking nemen bij het bepalen van de winst van de onderneming.
De beloning is bij de meewerkende partner belast. Tot een bruto bedrag van € 23.344 effectief is de beloning onbelast, dankzij onder meer arbeidskorting. Let op, dit is alleen het geval indien de beloning uit het meewerken de enige inkomsten van de partner zijn.
Verder dient de meewerkende partner rekening te houden met premie Zvw. Bij een beloning van € 23.344 komt dit neer op een premie ter hoogte van € 1.342.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting bij co-ouderschap
Indien je als gescheiden ouders de zorg voor de kinderen gelijk hebt verdeeld, heb je allebei recht op inkomensafhankelijke combinatiekorting (ICAK). Het maakt dan niet bij welke ouder de kinderen staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie. Als voorwaarde voor toekenning van ICAK wordt gesteld dat kinderen tenminste 3×24 uur bij een ouder dienen te verblijven. Het is van belang dat de 24 uur wordt volgemaakt. Per 1 januari 2021 is toegestaan dat naast een vast weekritme het ook volstaat indien kinderen verdeeld over het jaar 157 dagen bij een ouder verblijven. Hiervoor geldt ook dat een dag pas telt, indien er 24 uur aangesloten bij dezelfde ouder is verbleven.
Hoe werkt het precies?
Als ondernemer kun je voor alle aanslagen bijzonder uitstel van betaling aanvragen. Alle verzoeken die op basis van de gevolgen van de coronacrisis voor 1 september zijn aangevraagd, vallen onder de versoepelde regeling. Iedere ondernemer die vanwege de coronacrisis uitstel aanvraagt, krijgt automatisch 3 maanden betalingsuitstel. Dit geldt ook voor nieuwe aanslagen die in die drie maanden nog extra zijn opgelegd, mits het dezelfde belastingen betreft en het belastingschulden zijn die binnen deze regeling vallen.
Als je voor een langere periode dan drie maanden uitstel wilt aanvragen dan is het de bedoeling dat zoveel mogelijk geld in je onderneming blijft. Hiervoor moet je verklaren dat je geen dividenden en bonussen gaat uitkeren, of eigen aandelen inkoopt.
Dit versoepelde uitstelbeleid geldt in ieder geval tot 19 juni 2020. Eventuele verzuimboetes voor het niet op tijd betalen, hoeven niet te worden voldaan en terugbetalen is pas vanaf 1 september nodig.
Voor welke belastingen geldt deze mogelijkheid?
Je kunt bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor de volgende aanslagen:
- loonheffingen;
- omzetbelasting;
- inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;
- inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet;
- vennootschapsbelasting;
- kansspelbelasting;
- assurantiebelasting;
- verhuurderheffing;
- milieubelastingen (energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE), kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater);
- accijnzen en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken;
- en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland.
Melding betalingsonmacht niet nodig
Het is tijdelijk niet nodig om ook nog een melding betalingsonmacht te doen als je om uitstel van betaling hebt gevraagd in verband met de coronacrisis. Het is van toepassing op de al verstreken en de toekomstige tijdvakken, vanaf februari 2020.
Hulp nodig bij het aanvragen van uitstel?
Je kunt zelf een melding zelf regelen, maar heb je vragen of hulp nodig neem dan contact met ons op. Wij kunnen jou adviseren en helpen.
Heb je rond 1 juli de belastingaanslag ontvangen? Controleer dan of middeling van je inkomen nog een teruggave oplevert.
Aanslag ontvangen? Middeling is interessant
Als je wisselende inkomens hebt, is de kans aanwezig dat je teveel belasting hebt betaald. Middeling is interessant en kan je een belastingteruggave opleveren als je in drie aaneengesloten kalenderjaren sterk wisselende inkomsten in box 1 hebt gehad.
Als de door middeling herrekende belastingteruggave meer bedraagt dan de drempel van € 545, krijg je dat uitbetaald. Wel moeten de aanslagen over die drie jaren dan definitief vaststaan. Het middelingsverzoek moet binnen 36 maanden nadat de aanslagen definitief zijn, ingediend geworden.
Wij kunnen de berekening maken
Wij kunnen de berekening zo voor je maken. Interesse? Neem dan even contact met ons op.
Aanslag ontvangen? Laat je ons de aangiften doen?
Ook een aanslag ontvangen? Laat ons de aangiften doen en wij controleren altijd of middeling zin heeft!
Pas dan op voor naheffing BPM of MRB met boete!
Iedere inwoner van Nederland moet voor de aanschaf en het bezit van een auto belasting betalen. Maar wanneer word je als inwoner gezien? En hoe voorkom je deze belastingen?
Inwoner van Nederland
Je bent inwoner van Nederland en je moet je inschrijven in de BRP Basisregistratie Personen (voorheen de GBA). Ben je binnen een periode van 6 maanden langer dan 4 maanden in Nederland? Dan moet je je sowieso hier inschrijven. Ben je hier korter? Dan kun je hierin ook worden opgenomen als je in Nederland werkt of studeert.
Bij aanschaf van een auto betaal je als inwoner van Nederland BPM en je betaalt MRB als je een auto op je naam hebt staan.
Geen inwoner?
Ben je geen inwoner? Dan betaal je geen BPM of MRB. Maar let op: de Belastingdienst kan je wel als inwoner van Nederland zien, terwijl jij denkt dat je geen inwoner bent. Jouw fiscale woonplaats kan Nederland zijn, ook al denk je zelf in het buitenland te wonen.
Vrijstelling BPM en MRB
Rij je als inwoner van Nederland in een auto met buitenlands kenteken? Dan ben je in principe MRB en wellicht ook BPM verschuldigd, maar je kunt vrijstelling krijgen voor BPM en MRB.
Er zijn meerdere vrijstellingen voor een auto met buitenlands kenteken:
Vrijstelling kortstondig gebruik
Werknemersvrijstelling
Werkgeversvrijstelling
Tijdelijk verblijf in Nederland
Ondernemersregeling
Zorg dat je deze vrijstelling tijdig aanvraagt, anders kun je een naheffing met forse boete opgelegd krijgen.
Vrijstelling aanvragen voor buitenlands kenteken?
Heb jij een auto met buitenlands kenteken en heb je hulp nodig bij het aanvragen van een vrijstelling? Neem dan contact met ons op.
Dit moet binnen 1 jaar na afloop van de betalingstermijn
Btw terugvragen niet betalende debiteuren
Weet je zeker dat cliënten je facturen niet meer zullen betalen? Dan kun je de btw die je op die facturen in rekening hebt gebracht en hebt betaald aan de Belastingdienst terugvragen.
Sinds 2017 is de vordering in ieder geval oninbaar uiterlijk één jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum die je met je klant bent overeengekomen. Ben je geen betalingstermijn overeengekomen? Dan geldt een betalingstermijn van 30 dagen na ontvangst van de factuur door de klant.
Je kunt de btw die je niet ontvangt in de normale aangifte omzetbelasting terugvragen.
Vraag tijdig de btw terug!
Let op! Vraag tijdig de btw terug. Dat moet uiterlijk in de aangifte over het tijdvak waarin de hiervóór beschreven éénjaarstermijn verloopt. Ben je te laat? Dan heb je geen recht meer op teruggave. Zorg er daarom voor dat je bij iedere aangifte een goede ouderdomsanalyse maakt van de openstaande vorderingen.
Werkt je partner mee in de onderneming? Bepaal dan hoe je zijn of haar arbeidsinspanning wilt belonen.
Je partner werkt mee in je onderneming?
Er bestaan drie mogelijkheden om de arbeidsinspanning van je partner die in de onderneming meewerkt te belonen.
- Pas de meewerkaftrek toe. Dit is een aftrekpost, gelijk aan een percentage van de winst. Het percentage hangt af van het aantal uren dat je partner meegewerkt heeft.
- Betaal een arbeidsbeloning. De arbeidsbeloning is aftrekbaar van de winst uit onderneming, maar wordt wel belast bij de meewerkende partner. Is de beloning minder dan € 5.000, dan is de beloning niet aftrekbaar van de winst en wordt deze niet belast bij je partner.
- Laat je partner toetreden tot je onderneming en vorm een VOF. Door toetreding tot de onderneming wordt jouw partner ook ondernemer. Jouw partner kan dan misschien ook gebruik maken van ondernemersfaciliteiten als de zelfstandigenaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de oudedagsreserve.
Hulp nodig?
Wil je meer informatie of heb je hulp nodig om na te gaan welke mogelijkheid het beste bij jullie situatie past? Neem dan contact met ons op.
Maar betaal dit pas na 1 januari om Box 3 belasting te vermijden
AB-heffing in 2020 omhoog
Volgend jaar gaat de AB-heffing omhoog van 25% naar 26,25 %. Elk dividend dat je dit jaar nog uitkeert, bespaart je daarmee 1,25%. Maar dit dividend valt daarmee direct in je Box 3 vermogen van 1 januari 2020. En daarmee is de besparing meteen weer weg omdat je Box 3 belasting moet betalen.
Dividend nog in 2019 uitkeren
Je kunt dit voorkomen door het bedrag aan dividend nog niet uit te betalen. Je krijgt hiermee een vordering op je BV, welke niet in Box 3 valt, maar in Box 1. Dit is een zogenoemde TBS-vordering. De rente op de vordering moet je wel aangeven als TBS inkomen maar de vordering zelf niet. Je mag deze vordering in het begin van 2020 uitbetalen aan jezelf om de rente te beperken. Daarna valt dit geld natuurlijk wel in je Box 3 vermogen. Maar dit is een gemakkelijke manier om je Box 3 belasting te besparen maar wel gebruik te maken van het lage tarief van 25% aan Box 2 heffing.
Meer informatie?
Neem contact met een van ons op als je meer informatie wilt over het besparen van belasting door het uitkeren van dividend in 2019.
Zo kun je de juiste waarde opgeven in de aangifte
Crypto wallets
Cryptovaluta zoals Bitcoin, Monero en Ripple zijn aan fluctuaties onderhevig. Ze zijn zo volatiel dat je enkele tientallen procenten kunnen dalen of stijgen per dag.
De banken in Nederland geven een financieel jaaroverzicht af, echter dit gebeurt niet met je Bitcoin, Ether, Litecoin en andere crypto’s.
In je aangifte inkomstenbelasting moet je je bezittingen per 1 januari opgeven. Om als particulier het juiste bedrag in de aangifte op te nemen, adviseren wij je een screenshot van je crypto wallets te maken op 1 januari.
Hulp nodig bij je aangifte inkomstenbelasting?
Wij helpen je bij je aangifte inkomstenbelasting. Neem contact met ons op voor de mogelijkheden en tarieven.
Let dus op als je in een ander land werkt of je onderneming hebt.
Vaste inrichting
In het belastingplan 2020 staat een voorstel om in de inkomstenbelasting, loonbelasting en vennootschapsbelasting een definitie op te nemen van het begrip vaste inrichting. Tot nu toe staat hierover nog niets in de wet vastgelegd maar wel in belastingverdragen.
Om belastingontduiking tegen te gaan wordt nu een definitie van de vaste inrichting (VI) voorgesteld. Hiermee zal dus in veel gevallen sneller sprake kunnen zijn van een VI. Deze VI is van belang voor de winstsplitsing van bedrijven en van zzp-ers.
De zzp-er die vanaf het strand in Spanje werkt, zal sneller een VI in Spanje hebben dan voorheen. Er hoeft geen sprake meer te zijn van de zogenoemde 183-dagen regeling.
Voor buitenlandse bedrijven met werknemers in Nederland kan ook sneller sprake zijn van een VI in Nederland.
Expertise Habermehl inzetten
Het is mogelijk het wel of niet bestaan van een VI in Nederland vooraf aan de fiscus voor te leggen. Habermehl heeft hier ruime ervaring mee en kan hierin adviseren. Neem gerust contact met ons op.
Inkomsten uit criminele activiteiten belast maar kosten niet aftrekbaar!
Misdaad loont niet fiscaal
De belastingheffing is amoreel; dat wil zeggen dat de fiscus niet kijkt naar hoe de inkomsten verdiend zijn. Inkomsten uit criminele of strafbare activiteiten zijn daarmee gewoon belast. Maar de kosten die je maakt om deze inkomsten te verdienen, zijn niet aftrekbaar.
Denk hierbij aan de grondstoffen voor de productie van drugs, de autokosten van de drugskoerier of de boekhouding van de witwasser. Deze kosten zijn niet aftrekbaar terwijl de opbrengsten volledig belast zijn. Dit kan ertoe leiden dat je meer belasting betaalt dan dat je inkomsten hebt. Nog een reden om deze criminele activiteiten niet uit te oefenen. Misdaad loont niet fiscaal.
Wat is nog meer niet aftrekbaar?
Steekpenningen
Geldboeten opgelegd door een strafrechter
Schikkingen ter voorkoming van strafvervolging
Tuchtboetes
Wapens en munitie zonder vergunning
Dieren die verboden zijn wegens agressie
Ontnemingsvordering bij veroordeling
Als je veroordeeld wordt wegens criminele feiten zal ook vaak een ontnemingsvordering worden ingesteld. Dit betekent dat je de opbrengsten weer mag afdragen aan de staat. Maar je moet hier wel belasting over betalen. Een eventueel verlies is maar zeer beperkt aftrekbaar.
Misdaad loont niet…althans niet fiscaal.
Pensioenuitkeringen
De heffing over (pensioen)uitkeringen vond vroeger meestal plaats in de woonstaat, dus het land waar belastingplichtige woont. In de laatste verdragen wordt echter steeds meer de heffing over pensioenen toegewezen aan het bronland, dus het land waaruit het pensioen afkomstig is.
De reden hiervan is dat er ook door de bronstaat een faciliteit wordt gegeven op het pensioen. Dat wil zeggen dat de pensioenpremies aftrekbaar zijn en dus voor een aftrekpost zorgen. Dan is het ook logisch om de uitkeringen belast te laten zijn waar de premies zijn afgetrokken. In de laatst gesloten verdragen is dit dus het geval.
Houdt er dus rekening mee dat in de komende jaren steeds meer verdragen zullen worden gesloten waarbij de heffing over pensioenuitkeringen aan het bronland zijn toegewezen.
Pensioenuitkering vragen?
Neem bij vragen over pensioen en de belastingheffing contact met ons op. Wij helpen je graag verder.
Zorg dan voor een goede waardering
Medewerker aandelen geven of laten kopen?
Ben je van plan een medewerker aandelen in je bedrijf te geven of te laten kopen? Zorg dan voor een goede waardering van deze aandelen. Indien je dat niet doet, kan een eventuele winst op deze aandelen belast worden met loonbelasting.
Wanneer belast met loonbelasting?
Op dit moment loopt een zaak bij de Hoge Raad waarbij de AG recent een conclusie heeft genomen. Hierin zijn de aandelen tegen nominale waarde overgedragen aan een medewerker. Deze aandelen zijn 2 jaar later verkocht voor 500 miljoen euro. De fiscus heeft zich met succes op het standpunt gesteld dat deze winst belast is met loonbelasting.
Een eventuele aandelenuitdeling kan dus belast zijn met loonbelasting, zeker als de aandelen tegen een te lage waarde worden overgedragen. Als je een goede waardering hebt gemaakt van de aandelen en de aandelen tegen werkelijke waarde verkoopt aan je werknemer, zal er minder snel sprake zijn van loon.
In deze zaak was ook nog de vereiste aangifte niet gedaan. Dan sta je als belastingplichtige al 1 – 0 achter, wegens omkering en verzwaring van de bewijslast. Doe dus ook altijd de juiste aangifte.
Advies nodig?
Denk je erover om een medewerker aandelen te geven of te laten kopen en wil je advies? Neem dan contact met ons op.
Ook niet als deze een negatief saldo heeft
Dierbare overleden?
Is een dierbare van je overleden en ben je erfgenaam? Dan heb je drie mogelijkheden:
– je aanvaardt de erfenis
– je verwerpt de erfenis
– je aanvaardt beneficiair
Verwerp nooit een erfenis
Je kunt de erfenis gerust aanvaarden als je zeker weet dat deze positief is. Als je weet dat de erfenis geen positief saldo heeft, dan kun je deze verwerpen. Maar hiermee zadel je anderen met dit probleem op. Als jij de erfenis verworpen hebt, treden anderen in jouw plaats. Omdat jij de erfenis verworpen hebt, zullen bijvoorbeeld je kinderen in jouw plaats treden en deze hebben dan weer hetzelfde probleem. Verwerp dus nooit een erfenis. Hoe voorkom je problemen? Door de erfenis beneficiair te aanvaarden. Hiermee kun je de erfenis wel aanvaarden maar ben je bij een negatief saldo niet aansprakelijk voor de schulden.
Je kunt via de rechtbank een erfenis verwerpen of beneficiair aanvaarden.
btw-identificatienummer
Heb je een eenmanszaak of ben je zzp-er? Dan heb je van de Belastingdienst een brief ontvangen met je nieuwe btw-identificatienummer (btw-id). Dit nummer vervangt je btw-nummer.
Het oude btw-nummer was namelijk te herleiden naar de BSN (Burgerservicenummer). Dit is een privacygevoelig persoonsgegeven. Om dit aan te passen zijn er nieuwe btw-identificatienummers uitgegeven.
De btw-id gebruik je voor communicatie met anderen. Dit btw-identificatienummer vermeld je dus op je briefpapier, website et cetera. En dus ook op je factuur!
btw-nummer
Het oude btw-nummer noemen we nu omzetbelastingnummer. Het omzetbelastingnummer gebruik je voor de btw-aangiften en de ICP-opgaven en alle andere correspondentie met de fiscus.
De btw-id gebruik je voor communicatie met anderen. Dit nummer vermeld je dus op je briefpapier, website et cetera. En dus ook op je factuur!
Vragen?
Heb je vragen over de btw-aangifte of overweeg je jouw administratie uit te besteden, aarzel niet en neem contact met ons op.
Verkoop de auto voor een te lage prijs aan jezelf
Is na 5 jaar een einde gekomen aan je 0% bijtelling voor je Outlander PHEV of Tesla Model S? Dan kan het heel lucratief zijn om de auto voor een veel te laag bedrag aan jezelf te verkopen en zo een hoop btw te besparen. Zo haal je de auto naar privé voor een laag bedrag.
Verkoop de auto voor een te lage prijs aan jezelf
Heeft jouw BV een auto voor je gekocht, dan is deze auto na één of twee jaar een stuk minder waard geworden. Dat zie je ook terug in de rest-BPM die na één jaar nog maar 68% is en na twee jaar 53 %. De auto naar privé kan tegen de werkelijke waarde.
Voor de btw geldt echter dat er omzetbelasting wordt berekend over de vergoeding. Als jij de auto van je BV koopt voor een bedrag van de rest-BPM en een kleine opslag van € 3.000 dan betaal je maar € 520 aan btw. Dit komt omdat de vergoeding zo laag is.
De werkelijke waarde is hoger en daarvoor doe je dan een verkapte winstuitdeling. Hiervoor moet wel aangifte dividendbelasting gedaan worden.
Voorbeeld
Boekwaarde auto € 65.000 (exclusief btw)
Werkelijke waarde/
inkoopprijs autohandelaar € 60.400 (inclusief btw)
Restwaarde BPM € 12.000
Werkelijke waarde excl. btw € 52.000
Verkoop aan dga voor € 15.000 (inclusief btw)
Verschuldigde btw
21%/121%x€ 3.000 = € 520
In plaats van € 8.400. Dat scheelt dus € 7.880!
Geen correctiemogelijkheid
De genoemde btw-tip kan doordat een wettelijke correctiemogelijkheid ontbreekt voor de heffing van BTW naar de waarde in het economische verkeer (WEV) bij een van deze WEV afwijkende transactieprijs. De wet gaat uit van het objectieve begrip “vergoeding”, art. 8.1 Wet op de Omzetbelasting 1968.
Indien deze vergoeding ontbreekt of er is sprake van een louter symbolische vergoeding, kan wel heffing plaatsvinden over de WEV, zie artikel 8.3 van deze Wet.
De overdracht van een auto naar privé van een BV aan haar DGA is in principe een normale handelstransactie, die als zodanig niet gekunsteld is. Uit HR 29 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BR4525 blijkt dat een lage, niet-symbolische prijs geen reden is om misbruik van recht aan te nemen als verder sprake is van een reële economische transactie.
Hof Arnhem 26 juni 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BX0556 kwalificeert het vasthouden door de inspecteur aan de waarde in het economische verkeer als grondslag voor de heffing van BTW in plaats van de overeengekomen (lagere) vergoeding zelfs als het “procederen tegen beter weten in”.
Het komt voor dat een belastinginspecteur bezwaar maakt tegen de onderhavige handelwijze. Dit heeft dan te maken met een gebrek aan kennis. Het is onze ervaring dat de handelwijze tegenwoordig in het merendeel van de gevallen wordt geaccepteerd.
Geen formeel dividend uitkeren!
In een ander geval waarin een BV een auto naar privé voor de rest-BPM aan haar DGA had verkocht, hief de inspecteur de omzetbelasting na op basis van de werkelijke waarde van de auto. Voor het verschil tussen de transactieprijs en de werkelijke waarde had de BV een netto dividend toegekend, geformaliseerd in de algemene vergadering van aandeelhouders. Dit behoort tot de vergoeding voor de auto waarover terecht BTW is nageheven (Rechtbank Den Haag 22 augustus 2013, ECLI:NL:RBDHA:2013:11083). Wat hier fout is gegaan, is dat geen sprake was van een verkapt dividend, zoals hiervoor is aangegeven, maar van een geformaliseerd dividend.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Ter voorkoming van potentiële bestuurdersaansprakelijkheid moet het als (verkapt) dividend onttrekken van de auto aan de vennootschap wel financieel verantwoord zijn. Men moet dit in elk geval niet overwegen als de BV in slecht weer verkeert.
Wil jij btw besparen?
Verkoop de auto voor een te lage prijs aan jezelf en bespaar btw. Habermehl legt uit hoe je dit het beste kunt doen. Neem per e-mail contact met ons of bel 035-6285753.
Maar weet je niet of er schulden zijn? Pas op!
Dan is beneficiair aanvaarden misschien de beste keuze.
Maar wat is dat en hoe doe je dat?
Er zijn als erfgenaam drie verschillende manieren om met een erfenis om te gaan.
Zuiver aanvaarden
Verwerpen
Beneficiair aanvaarden
Welke moet jij kiezen?
Zuiver aanvaarden
Bij het zuiver aanvaarden accepteer je de erfenis volledig en je erft dan alle bezittingen en schulden samen met de andere erfgenamen. Je bent dan ook aansprakelijk voor eventuele schulden die er zijn (samen met de andere erfgenamen die zuiver aanvaard hebben).
Je kunt een erfenis zuiver aanvaarden als je zeker weet dat er geen schulden zijn of als je weet dat de bezittingen meer waard zijn dan de schulden.
Verwerpen
Als je een erfenis verwerpt, heb je geen recht op de bezittingen. Je krijgt niets uit de nalatenschap, ook geen persoonlijke bezittingen maar je bent ook niet aansprakelijk voor eventuele schulden.
Je verwerpt een erfenis als je niets van de bezittingen wenst te krijgen of als je niet aansprakelijk wil zijn voor eventuele schulden.
Beneficiair aanvaarden
Als je een erfenis beneficiair aanvaardt dan heb je wel recht op de bezittingen maar je hoeft niet bij te dragen in de schulden. Pas als de nalatenschap meer bezittingen heeft dan schulden, hoef je deze dan te accepteren. Als blijkt dat er meer schulden zijn dan bezit, dan verwerp je alsnog de nalatenschap.
Je aanvaardt beneficiair als je vermoedt of niet zeker weet dat de schulden hoger zijn dan de bezittingen.
Hoe beneficiair aanvaarden?
Als je toch beneficiair wilt aanvaarden, moet je deze keuze doorgeven aan de rechtbank. Dit moet schriftelijk bij de rechtbank van het gebied waar de overledene woonde.
Zie voor meer informatie: deze link.
Hulp nodig?
Wil je hulp bij het aanvaarden van een nalatenschap of wil je hulp bij de aangifte erfbelasting? Neem dan contact met ons op.
Vraag dan de 30% regeling aan
Buitenlandse medewerker
Bij de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt halen steeds meer werkgevers een medewerker uit het buitenland. Dit wordt fiscaal gestimuleerd door de 30% regeling, waarbij 30 procent van het loon belastingvrij mag worden uitgekeerd.
30% regeling
De 30% regeling mag 5 jaar lang toegepast worden als er voldaan wordt aan de volgende voorwaarden.
De medewerker wordt uit het buitenland geworven.
Hij of zij is bij jou in loondienst of wordt uitgezonden om voor je te werken.
De buitenlandse medewerker heeft van de 2 jaar voor zijn eerste werkdagen in Nederland meer dan 16 maanden op meer dan 150 kilometer buiten de Nederlandse grens gewoond (uitzonderingen mogelijk).
De medewerker heeft een specifieke deskundigheid, wat zich vertaalt in een salaris van minimaal € 37.743.
Er is een 30% regeling aangevraagd en hiervoor is een beschikking gekregen van de Belastingdienst.
Vragen?
Heb je vragen over de 30% regeling of andere internationale aangelegenheden, neem dan contact met ons op. Wij nemen je het werk en de zorgen uit handen.
Als je goederen importeert uit het Verenigd Koninkrijk
Met de aankomende Brexit op 31 oktober 2019 verlaat het Verenigd Koninkrijk de EU. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de btw. Bij de invoer van goederen uit het Verenigd Koninkrijk moet je de btw gelijk afdragen tegelijk met de invoerrechten. Er bestaat echter een mogelijkheid om de heffing van invoer btw te verleggen naar de aangifte. Als je tijdig een artikel 23 vergunning aanvraagt, mag je de btw opnemen in je eigen btw aangifte.
Artikel 23 vergunning
Tot 31 oktober 2019 is bij verkoop van goederen van een Nederlandse ondernemer aan een ondernemer in het Verenigd Koninkrijk sprake van een intracommunautaire levering. Dit betekent dat de levering is belast tegen het nultarief. Voorwaarde is dat bij de afnemer in het Verenigd Koninkrijk sprake is van een intracommunautaire verwerving. Je hoeft hierdoor geen btw te betalen.
Omdat het Verenigd Koninkrijk vanaf 31 oktober 2019 geen onderdeel meer uitmaakt van de Europese Unie, is een inkoop van goederen vanaf dat moment geen intracommunautaire verwerving meer, maar invoer van goederen.
Door de aanvraag van een artikel 23 vergunning mag je de afdracht van de btw verplaatsen naar je eigen btw aangifte. Doordat je deze btw direct als voorbelasting mag aftrekken, hoef je deze dus niet voor te schieten, wat een belangrijk liquiditeitsvoordeel oplevert.
Aan welke voorwaarden moet je voldoen?
Als ondernemer woon je in Nederland of ben je daar gevestigd.
Je importeert regelmatig goederen uit niet-EU-landen zoals straks het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten.
Er wordt een aparte administratie gevoerd waaruit gemakkelijk blijkt hoeveel btw je bij import van de goederen moet betalen.
Artikel 23 vergunning aanvragen?
Wens je hulp bij het aanvragen van een artikel 23 vergunning? Wij helpen je graag.
Deadline 1 oktober 2019
Heb je in 2018 btw betaald in een ander EU-land, dan kun je die btw niet in aftrek brengen in de standaard btw-aangifte. Deze btw kun je gelukkig wel terugvragen bij de Nederlandse Belastingdienst als je aan de voorwaarden voldoet.
Btw buitenland terugvragen
Heb je in 2018 btw betaald in een ander EU-land, dan kun je die btw niet in aftrek brengen in de standaard btw-aangifte. Deze btw kun je gelukkig wel terugvragen bij de Nederlandse Belastingdienst als je aan de voorwaarden voldoet.
Ten eerste moet je onderneming in Nederland zijn gevestigd. Ten tweede heb je in het EU-land waar je de btw terugvraagt geen btw-aangifte gedaan. En je gebruikt de goederen en diensten voor met btw belaste bedrijfsactiviteiten.
Voldoe je aan deze drie voorwaarden, dan mag je de btw die je in een ander EU-land hebt betaald terugkrijgen. Voor de betaalde btw in 2018 moet je vóór 1 oktober 2019 een verzoek tot teruggaaf indienen bij de Nederlandse Belastingdienst. Als je die btw niet op tijd terugvraagt, bestaat de kans dat het ander EU-land jouw teruggaafverzoek niet in behandeling neemt.
Verzoeken om teruggaaf van buitenlandse btw over 2018 accepteert de Nederlandse Belastingdienst alleen als het btw-bedrag ten minste € 50 is. Gaat het om lagere bedragen, dan moet je de btw terugvragen in het land waar die is betaald
De oudedagsverplichting verhogen met deze rente
Heb je de pensioenvoorziening omgezet in een ODV?
Vanaf 2017 is het opbouwen van pensioen in eigen beheer niet meer mogelijk. Heb je de pensioenvoorziening omgezet in een oudedagsverplichting? Dan moet je deze ODV jaarlijks verhogen met een bepaald percentage.
Het rentepercentage is opgenomen in artikel 12.3a van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (URLB). De marktrente is het rekenkundig gemiddelde van de U-rendementen over de maanden van het voorafgaande kalenderjaar zoals deze maandelijks zijn gepubliceerd door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek van het Verbond van Verzekeraars. Zie ook: U-rendement.
Voor 2019 is de marktrente vastgesteld 0,269%.
Pas dan op voor naheffing BPM of MRB met boete!
Iedere inwoner van Nederland moet voor de aanschaf en het bezit van een auto belasting betalen. Maar wanneer word je als inwoner gezien? En hoe voorkom je deze belastingen?
Inwoner van Nederland
Je bent inwoner van Nederland en je moet je inschrijven in de BRP Basisregistratie Personen (voorheen de GBA). Ben je binnen een periode van 6 maanden langer dan 4 maanden in Nederland? Dan moet je je sowieso hier inschrijven. Ben je hier korter? Dan kun je hierin ook worden opgenomen als je in Nederland werkt of studeert.
Bij aanschaf van een auto betaal je als inwoner van Nederland BPM en je betaalt MRB als je een auto op je naam hebt staan.
Geen inwoner?
Ben je geen inwoner? Dan betaal je geen BPM of MRB. Maar let op: de Belastingdienst kan je wel als inwoner van Nederland zien, terwijl jij denkt dat je geen inwoner bent. Jouw fiscale woonplaats kan Nederland zijn, ook al denk je zelf in het buitenland te wonen.
Vrijstelling BPM en MRB
Rij je als inwoner van Nederland in een auto met buitenlands kenteken? Dan ben je in principe MRB en wellicht ook BPM verschuldigd, maar je kunt vrijstelling krijgen voor BPM en MRB.
Er zijn meerdere vrijstellingen voor een auto met buitenlands kenteken:
Vrijstelling kortstondig gebruik
Werknemersvrijstelling
Werkgeversvrijstelling
Tijdelijk verblijf in Nederland
Ondernemersregeling
Zorg dat je deze vrijstelling tijdig aanvraagt, anders kun je een naheffing met forse boete opgelegd krijgen.
Vrijstelling aanvragen voor buitenlands kenteken?
Heb jij een auto met buitenlands kenteken en heb je hulp nodig bij het aanvragen van een vrijstelling? Neem dan contact met ons op.
Zo voorkom je boetes
Als ondernemer laat jij je administratieve en fiscale zaken uiteraard verzorgen door een deskundige en goed opgeleide adviseur. Als er dan toch fouten in de administratie zitten kan er aan jou als ondernemer geen boete worden opgelegd.
Boetes Belastingdienst. Wie is er schuldig?
Voor het opleggen van een boete moet namelijk opzet of grove schuld in het spel zijn. Als jij je aangiften door een belastingadviseur laat doen, dan kan jou dit niet verweten worden.
Van belang is wel dat je een goede adviseur kiest en ook goed met deze samenwerkt. Indien jij niet de “nodige zorg betracht bij de keuze van de adviseur” kan wel een boete worden opgelegd. Ook als je hem of haar in de samenwerking niet van de juiste informatie voorziet, kan dit tot een boete leiden.
Keuze belastingadviseur
Kies je belastingadviseur dus met zorg uit en werk goed met hem of haar samen!
Controleer op middeling!
Heb je rond 1 juli de belastingaanslag ontvangen? Controleer dan of middeling van je inkomen nog een teruggave oplevert.
Middeling is interessant
Als je wisselende inkomens hebt, is de kans aanwezig dat je teveel belasting hebt betaald. Middeling is interessant en kan je een belastingteruggave opleveren als je in drie aaneengesloten kalenderjaren sterk wisselende inkomsten in box 1 hebt gehad.
Als de door middeling herrekende belastingteruggave meer bedraagt dan de drempel van € 545, krijg je dat uitbetaald. Wel moeten de aanslagen over die drie jaren dan definitief vaststaan. Het middelingsverzoek moet binnen 36 maanden nadat de aanslagen definitief zijn, ingediend geworden.
Wij kunnen de berekening maken
Wij kunnen de berekening zo voor je maken. Interesse? Neem dan even contact met ons op.
Laat je ons de aangiften doen?
Dan controleren wij altijd of middeling zin heeft!
In je aangifte inkomstenbelasting moet je al je bezittingen en schulden aangeven als deze meer waard zijn dan € 30.360. Vergeet niet het aandeel in de reserve van je Vereniging van Eigenaren (VvE) op te geven.
Aandeel in reservefonds VvE opgeven in Box 3
Als eigenaar van een appartement of een mandelig terrein ben je vaak (verplicht) lid van een Vereniging van Eigenaren (VvE). Deze VvE heeft vaak een reserve. Je bent als lid verplicht bij te dragen aan zo’n reservefonds, zoals een algemene reserve of een onderhoudsreserve. Deze bijdrage wordt geïnd door een maandelijkse of jaarlijkse contributie aan de VvE. Uit deze reserve worden gemeenschappelijke verbouwingen of onderhoud betaald.
Door deze bijdrage is jouw aandeel in het reservefonds vaak aanzienlijk. Je hebt niet meer de beschikking over dit geld en bij verkoop van de woning, verkoop je het aandeel in de reserve mee.
Je moet de waarde van jouw aandeel hierin opgeven in Box 3 als bezitting. Ook al lijkt dit onrechtvaardig omdat je zelf niet meer de beschikking over het geld hebt.
De Hoge Raad heeft al in 2010 bepaald, tegen advies van de Advocaat-Generaal in, dat je dit als bezitting in Box 3 moet opgeven. Vraag daarom aan jouw Vereniging van Eigenaren om een opgave van jouw deel in het reservefonds.
Deze is namelijk openbaar ambtenaar
Veel mensen laten nog steeds de afhandeling van een nalatenschap door een notaris regelen, inclusief de aangifte erfbelasting.
Waarom niet door een notaris?
Een notaris is een openbaar ambtenaar volgens de wet. Hij dient het publieke belang. Als hij een aangifte erfbelasting opstelt, zal hij daarbij altijd de door hem afgelegde eed onthouden waarin staat dat hij zich zal gedragen naar de wetten en zijn taak onpartijdig zal uitvoeren.
Ook bij het controleren van aanslagen erfbelasting, zal hij het publieke belang voor ogen houden. Dat hoeft niet tot de voor jou de meest voordelige oplossing te leiden.
Wat kan er misgaan?
Zo ontvingen wij een aanslag erfbelasting waarin een overduidelijke fout zat, in het voordeel van de belastingplichtigen. Wij hebben de aangifte gecontroleerd en de aangifte was correct ingediend. De fout lag dus bij de fiscus. Wij hebben deze onjuistheid verteld aan onze cliënten maar niet aan de Belastingdienst. Wij hoeven de Belastingdienst niet actief te informeren hierover.
Een notaris had deze fout wél aan de Belastingdienst moeten melden. Dat had de cliënt dus extra erfbelasting gekost. De kans is natuurlijk aanwezig dat de Belastingdienst er zelf achter komt en een navorderingsaanslag oplegt. Maar hoe groot is die kans?
Aangifte erfbelasting doen?
Moet u aangifte erfbelasting doen? Dan kunnen wij u verder helpen. Neemt u gerust contact met ons op.
Dit is de vervanger van de KOR in de btw
Vanaf 1 januari 2020 wordt de kleineondernemersregeling (KOR) in de btw vervangen door de omzetgerelateerde vrijstelling omzetbelasting (OVOB).
Wat is de OVOB?
De omzet van de ondernemer wordt het uitgangspunt. Heb je minder dan € 20.000 aan omzet, dan kun je kiezen voor de OVOB. Dat houdt in:
je hoeft en mag geen btw meer in rekening brengen aan je klanten;
je kunt de voorbelasting niet meer aftrekken;
je hoeft geen btw-aangifte meer in te dienen.
Welke omzet telt mee?
Het betreft de omzet voor het leveren van goederen en verrichten van diensten in Nederland en intracommunautaire leveringen vanuit Nederland.
Voor wie geldt dit?
De OVOB geldt voor elke ondernemer, dus ook voor de BV. De KOR was alleen van toepassing voor de eenmanszaak en vof.
Vanaf 1 juni 2019 kun je je hiervoor aanmelden. Doe je dit vóór 20 november, dan kun je per 1 januari 2020 gebruik maken van deze regeling.
Interessant voor jou?
Wil je weten of dit voor jou interessant is voor jou? Laat het ons uitzoeken.
Maak dus bezwaar tegen de eigen aangifte
Commissaris toch weer geen btw-ondernemer
De laatste jaren was een commissaris ondernemer voor de btw. In een recent arrest van het Hof van Justitie EU oordeelt deze dat een lid van de van Raad van Commissarissen geen btw-ondernemer is.
Het betreft een recente zaak waarin een gemeenteambtenaar ook lid van de Raad van Commissarissen is van een stichting. Volgens de ambtenaar verricht hij de activiteit niet zelfstandig. Hof ’s-Hertogenbosch stelde een prejudiciële vraag in deze zaak aan het Hof van Justitie EU.
Volgens het Hof van Justitie EU handelt de ambtenaar namelijk voor rekening en onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen. Verder acht het Hof van Justitie EU ook van belang dat X geen economisch bedrijfsrisico draagt, aangezien hij een vaste vergoeding ontvangt die niet afhankelijk is van zijn deelname aan vergaderingen of van zijn feitelijk gewerkte uren.
Maak bezwaar
Heb jij btw-aangiften gedaan voor werkzaamheden als commissaris en maakte je geen gebruik van de kleineondernemersregeling KOR? Dan kun je bezwaar maken tegen je eigen aangifte en de btw terugvragen. Hulp nodig? Neem dan even contact met ons op.
Leeftijd verlaagd naar 21 jaar
Minimumloon verhoogd
Vanaf 1 juli 2019 hebben werknemers vanaf 21 jaar recht op het volledige minimumloon. Het minimumloon voor werknemers van 18 tot 21 jaar wordt verhoogd.
Leeftijd Per maand Per week Per dag
21 jaar en ouder € 1.635,60 € 377,45 € 75,49
20 jaar € 1.308,50 € 301,95 € 60,39
19 jaar € 981,35 € 226,45 € 45,29
18 jaar € 817,80 € 188,75 € 37,75
17 jaar € 646,05 € 149,10 € 29,82
16 jaar € 564,30 € 130,20 € 26,04
15 jaar € 490,70 € 113,25 € 22,65
Fulltime werkweek in bedrijf 21 jaar en ouder 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
36 uur € 10,49 € 8,39 € 6,30 € 5,25 € 4,15 € 3,62 € 3,15
38 uur € 9,94 € 7,95 € 5,96 € 4,97 € 3,93 € 3,43 € 2,99
40 uur € 9,44 € 7,55 € 5,67 € 4,72 € 3,73 € 3,26 € 2,84
Vragen of meer weten?
Heb je een vraag of wil je meer weten? Neem dan contact met ons op.
Let op tijdig ingaan van de uitkeringen!
Ben je de eigenaar van een Stamrecht-BV? Dan moet je van het stamrechtkapitaal een periodieke uitkering aankopen. Je moet dit uiterlijk op 65-jarige of AOW-gerechtigde leeftijd doen.
Loonbelastingclaim
Je hebt in het verleden een ontslagvergoeding belastingvrij in een Stamrecht-BV gestort. Over dit kapitaal is geen loonbelasting ingehouden. De toekomstige uitkeringen zijn daarmee nog belast met loonbelasting.
Uiterste datum periodieke uitkering
Je hebt daarom een stamrechtovereenkomst gesloten met de BV. In deze overeenkomst staat wanneer de BV jou uiterlijk de periodieke uitkering moet uitbetalen.
Deze uitkeringen moeten volgens de wet uiterlijk ingaan op de AOW-gerechtigde leeftijd of de datum dat je 65 wordt.
Naheffing
Koop je geen periodieke uitkering aan op de uiterlijke datum? Dan kan de Belastingdienst zelf een naheffingsaanslag opleggen voor de loonbelasting die afgedragen had moeten worden.
Tevens kan de Fiscus een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting opleggen voor eventuele vrijvalwinst die wordt genoten omdat de stamrechtvoorziening wordt gebruikt voor de aankoop van een periodieke uitkering.
Hoe doe je mee?
De Staatssecretaris heeft een deel van de bezwaarschriften tegen de Box 3 heffing over 2018 aangemerkt als massaal bezwaar.
Wat betekent massaal bezwaar?
De massaalbezwaarprocedure betekent dat de Belastingdienst samen met diverse andere partijen een aantal bezwaren selecteert en die voorlegt aan de belastingrechter. Als de uitspraak van de rechter onherroepelijk vaststaat, doen zij een collectieve uitspraak op alle bezwaren die meedoen met de massaalbezwaarprocedure. Doet jouw bezwaar mee, dan hoef je dus niet zelf te procederen bij de rechtbank of het gerechtshof. Dat scheelt aanzienlijk in de kosten.
Hoe doe je mee aan de massaalbezwaarprocedure?
Je maakt tijdig bezwaar tegen de aanslag inkomstenbelasting 2018. Je moet dit doen binnen 6 weken na de dagtekening op de aanslag. Ben je te laat? Dan doe je niet mee.
Je maakt bezwaar omdat de Box 3 heffing een “inbreuk is op het eigendomsrecht”, in strijd is met artikel 1 EVRM of het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM.
Andere reden?
Heb je een andere reden om bezwaar te maken? Dan doe je niet mee in de massaalbezwaarprocedure.
Hulp bij bezwaarschrift?
Wens je hulp bij het bezwaarschrift? Neem dan contact op met onze fiscalisten. Zij kunnen je adviseren over de slagingskansen en over het juist opstellen van een bezwaarschrift.
Zorg dat je juiste adres bekend is bij de Belastingdienst
Vertrek je voor langere tijd naar het buitenland?Zorg er dan goed voor dat de Belastingdienst je kan bereiken of dat je post goed doorgezonden wordt, anders kun je bij terugkomst met hoge aanslagen en boetes geconfronteerd worden. Of je paspoort wordt niet verlengd.
Eens adres opgegeven, blijft opgegeven
Dit gebeurde in een recente zaak. Een belastingplichtige vertrok in 2011 naar het buitenland. Hij stuurde een brief naar Belastingdienst om de toeslagen stop te zetten omdat hij ging emigreren. In deze brief gaf hij het adres van zijn ouders op om de bevestiging van het stopzetten van de toeslagen naartoe te sturen.
Hierna stuurde de Belastingdienst naar dit adres nog brieven waaronder een vragenbrief. Omdat de inspecteur geen ander adres, had dan het adres van de ouders van belastingplichtige, hebben ze dit adres als toezend adres genoteerd.
De belastingplichtige heeft ondanks herinneringen nooit op de vragenbrief gereageerd, wellicht omdat deze brieven hem nooit bereikt hebben. De Belastingdienst heeft daarom aanslagen met boetes opgelegd en deze ook naar het bekende adres gestuurd.
Paspoort verlengen geweigerd
In 2018 wilde belastingplichtige zijn paspoort verlengen. Dat werd geweigerd omdat hij nog belastingschulden had. De belastingplichtige voerde aan dat hij de aanslagen nooit ontvangen had.
Bezwaar
De rechtbank was het hier niet mee eens. Omdat hij het adres van zijn ouders had opgegeven en dit niet had gewijzigd, waren de aanslagen op de juiste wijze en tijdig kenbaar gemaakt.
Het bezwaar werd daarom niet ontvankelijk verklaard en de aanslagen en boetes moesten betaald worden.
Hoe dit te voorkomen?
Zorg dat je een juist postadres opgeeft zodat de Belastingdienst je kan bereiken. Ook na je emigratie kunnen er nog aanslagen en brieven volgen. Als je een adres van vrienden of familie opgeeft, vraag hen dan om direct na ontvangst de post aan je door te sturen per mail.
Emigreren? Habermehl als postadres!
Voor veel cliënten zorgen wij dat de post van de Belastingdienst wordt doorgezonden. Wij fungeren als postadres voor de Belastingdienst en zorgen ervoor dat alle post wordt ingescand en per mail wordt doorgestuurd. Zo worden er geen termijnen overschreden en kan er op tijd bezwaar worden gemaakt.
Maar weet je niet of er schulden zijn? Pas op!
Dan is beneficiair aanvaarden misschien de beste keuze. Maar wat is dat en hoe doe je dat?
Erfenis
Erfenis ontvangen? Er zijn als erfgenaam drie verschillende manieren om met een erfenis om te gaan.
- Zuiver aanvaarden
- Verwerpen
- Beneficiair aanvaarden
- Welke moet jij kiezen?
Zuiver aanvaarden
Bij het zuiver aanvaarden accepteer je de erfenis volledig en je erft dan alle bezittingen en schulden samen met de andere erfgenamen. Je bent dan ook aansprakelijk voor eventuele schulden die er zijn (samen met de andere erfgenamen die zuiver aanvaard hebben).
Je kunt een erfenis zuiver aanvaarden als je zeker weet dat er geen schulden zijn of als je weet dat de bezittingen meer waard zijn dan de schulden.
Verwerpen
Als je een erfenis verwerpt, heb je geen recht op de bezittingen. Je krijgt niets uit de nalatenschap, ook geen persoonlijke bezittingen maar je bent ook niet aansprakelijk voor eventuele schulden.
Je verwerpt een erfenis als je niets van de bezittingen wenst te krijgen of als je niet aansprakelijk wil zijn voor eventuele schulden.
Beneficiair aanvaarden
Als je een erfenis beneficiair aanvaardt dan heb je wel recht op de bezittingen maar je hoeft niet bij te dragen in de schulden. Pas als de nalatenschap meer bezittingen heeft dan schulden, hoef je deze dan te accepteren. Als blijkt dat er meer schulden zijn dan bezit, dan verwerp je alsnog de nalatenschap.
Je aanvaardt beneficiair als je vermoedt of niet zeker weet dat de schulden hoger zijn dan de bezittingen.
Hoe beneficiair aanvaarden?
Als je toch beneficiair wilt aanvaarden, moet je deze keuze doorgeven aan de rechtbank. Dit moet schriftelijk bij de rechtbank van het gebied waar de overledene woonde.
Hulp nodig?
Wil je hulp bij het aanvaarden van een nalatenschap of wil je hulp bij de aangifte erfbelasting? Neem dan contact met ons op.
Let op de termijn of vraag uitstel aan
De jaarrekening
De jaarrekening van je BV moet binnen 5 maanden na afloop van het boekjaar opgemaakt en aan de aandeelhouders voorgelegd worden. Je bent dat volgens het Burgerlijk Wetboek verplicht. Zorg dat je dit tijdig doet of vraag uitstel aan. Na het vaststellen van de jaarrekening moet deze gedeponeerd worden bij de Kamer van Koophandel.
Wie moet deponeren?
De deponeringsplicht geldt voor BV’s, NV’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Daarnaast moeten ook VOF’s en CV’s deponeren indien alle beherende vennoten buitenlandse kapitaalvennoten zijn evenals verenigingen en stichtingen met een onderneming die in 2 opeenvolgende boekjaren minimaal € 6 miljoen per jaar omzetten.
Wanneer moet je deponeren?
Een BV moet binnen 5 maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening opstellen. De uiterlijke datum hiervoor is bij een kalenderjaar dus 31 mei 2019. Het bestuur legt de jaarrekening dan voor aan de aandeelhouders.
De aandeelhouders kunnen het bestuur uitstel verlenen voor het opstellen van de jaarrekening. Dit uitstel duurt maximaal 5 maanden. De jaarrekening wordt dan uiterlijk opgesteld op 31 oktober. Wij raden aan dit verleende uitstel schriftelijk vast te leggen.
De aandeelhouders hebben dan nog 2 maanden om de jaarrekening vast te stellen. Uiterlijk op
31 december moet de jaarrekening bij de KvK gedeponeerd zijn.
Uitzondering: DGA
Is het bestuur tevens de enige aandeelhouder? Of zijn alle aandeelhouders tevens bestuurder of commissaris? Dan vervallen de 2 maanden van vaststellen van de jaarrekening. Je moet dan binnen 8 dagen na het opstellen ook deponeren. De uiterlijke datum is dan 8 november.
Wat als je niet tijdig deponeert?
Als je te laat of niet deponeert, dan is dat een economisch delict. Je kunt hierdoor een boete opgelegd krijgen van de Belastingdienst en het OM. Tevens kan je voor de rechter gedaagd worden.
Als bestuurder kun je tevens in privé aansprakelijk gesteld worden voor schulden van de BV.
Zorg er dus voor dat je tijdig je jaarrekening opstelt en deponeert.
Hulp nodig?
Wij kunnen jou het opstellen van de jaarrekening, aangiftes en de administratie uit handen nemen. Interesse? Neem dan contact met ons op.
Zo zijn ze wél 100% aftrekbaar
Aftrekbare kosten
Niet alle kosten zijn helemaal aftrekbaar. Dit zijn voedsel, drank en genotmiddelen, representatiekosten zoals recepties en vermaak. Ook congressen, seminars en studiereizen zijn niet voor 100% aftrekbaar.
Deze kosten worden namelijk geacht een privé element in zich te hebben. Je kunt deze kosten daarom slechts voor 80 % (eenmanszaak, VOF) aftrekken of voor 73,5 % (BV) in aftrek brengen. Ook kun je kiezen voor de drempel van € 4.600.
Wijs beperkt aftrekbare kosten aan in de WKR
Als je een BV hebt, kun je deze kosten ook aanwijzen als eindheffingsloon in de WKR. Zo zijn deze kosten wél voor 100% aftrekbaar. Zo kun je 1,2 % van de loonsom belastingvrij vergoeden aan je werknemers. Dit heet de vrije ruimte. Een bedrijfsuitje dat normaal maar voor 80% aftrekbaar is, maak je zo helemaal aftrekbaar. En het kost de werknemers niets.
Vragen?
Heb je vragen over de aftrekbaarheid van kosten? Wij weten hoe het zit. Neem gewoon even contact met ons op.
Als hij maandelijks loon ontvangt
Het komt veel voor dat een DGA 1 keer per jaar zijn loon opgeeft aan de Belastingdienst. De fiscus keurt dit echter niet (meer) goed.
Nihilaangifte DGA
Indien de DGA de enige werknemer is van een BV, zal in veel gevallen 11 keer een nihilaangifte worden ingediend en in de laatste aangifte wordt dan het loon aan de Belastingdienst opgegeven en de loonbelasting hierover betaald. Deze zogenoemde nihilaangiften zijn volgens de Belastingdienst echter alleen mogelijk indien je niet maandelijks een loon ontvangt.
Je kunt 11 keer een nihilaangifte indienen indien de DGA zijn totale loon ontvangt in december of indien je een zogenoemd fictief of gebruikelijk loon ontvangt. Voldoe je niet aan deze uitzonderingen? Dan moet je gewoon 12 keer de normale loonaangifte indienen.
Salarisadministratie via Habermehl
Wil je jouw salarisadministratie door Habermehl laten regelen? Dat kan! Neem even contact met ons op.
Nadat je deze op de BV hebt aangeschaft
Heeft jouw BV een auto voor je gekocht? Maar ben je de bijtelling zat na één of twee jaar? Dan kan het heel lucratief zijn om de auto voor een veel te laag bedrag aan jezelf te verkopen en zo een hoop btw te besparen.
Verkoop de auto voor een te lage prijs aan jezelf
Heeft jouw BV een auto voor je gekocht, dan is deze auto na één of twee jaar een stuk minder waard geworden. Dat zie je ook terug in de rest-BPM die na één jaar nog maar 68% is en na twee jaar 53%. De overgang naar privé kan tegen de werkelijke waarde.
Voor de btw geldt echter dat er omzetbelasting wordt berekend over de vergoeding. Als jij de auto van je BV koopt voor een bedrag van de rest-BPM en een kleine opslag van € 3.000 dan betaal je maar € 520 aan btw. Dit komt omdat de vergoeding zo laag is.
De werkelijke waarde is hoger en daarvoor doe je dan een verkapte winstuitdeling. Hiervoor moet wel aangifte dividendbelasting gedaan worden.
Rekenvoorbeeld
Boekwaarde auto € 65.000 (exclusief btw)
Werkelijke waarde/
inkoopprijs autohandelaar € 60.400 (inclusief btw)
Restwaarde BPM € 12.000
Werkelijke waarde excl. btw € 52.000
Verkoop aan DGA voor € 15.000 (inclusief btw)
Verschuldigde btw
21%/121%x€ 3.000 = € 520
In plaats van € 8.400. Dat scheelt dus € 7.880!
Wil jij btw besparen?
Habermehl legt uit hoe je dit het beste kunt doen. Neem per e-mail contact met ons of bel 035-6285753.
En voorkom dat niet alles aftrekbaar is
Gaan jullie scheiden? En blijft 1 van jullie wonen in de eigen woning? Dan is het gebruikelijk dat deze dan ook alle hypotheekrente en aflossing betaalt totdat de woning verkocht is.
Scheiding en de woning
De eerste twee jaar na de scheiding is dat niet echt een probleem omdat de rente op basis van de echtscheidingsregeling nog aftrekbaar is voor de partner die er niet meer woont. Na deze periode is de rente niet meer aftrekbaar. Er zijn wel oplossingen om dit te voorkomen, zoals het wisselen van de bewoning door de voormalige partners.
Voor de partner die er blijft wonen, is de rente die hij of zij betaalt aftrekbaar als alimentatie. Zorg er wel voor dat dit goed wordt vastgelegd en dat er bijvoorbeeld geen sprake is van een gebruiksvergoeding. Anders accepteert de Belastingdienst dit niet als aftrekbare onderhoudsverplichting. Het juist formuleren van de afspraken is van groot belang hierbij.
Fiscale check convenant
Wij maken het in de praktijk veel mee dat de fiscale paragraaf in het convenant te weinig aandacht krijgt. Voorkom discussie in de toekomst en laat ons een fiscale check op het convenant doen.
Anders wordt het zwaarder belast
Dividend uitkeren kan nog dit jaar en volgend jaar, Dus heb je winstreserves staan in je BV? Keer deze dan uit als dividend vóór het jaar 2020.
Uitkeren van dividend
Uitkeren van dividend kan raadzaam zijn, want vanaf 2020 gaat de belasting voor aanmerkelijk belang aandelen omhoog van 25% naar 27,3% en vanaf 2021 zelfs naar 28,5%. Dat betekent dat je meer belasting gaat betalen over dezelfde winst. Doe daarom tijdig aangifte dividendbelasting.
Mag je nu al een voorziening voor de kosten vormen?
Heb jij een zakelijk kantoorpand dat je zelf gebruikt of verhuurt? Dan zul je per 1 januari 2013 minimaal een energielabel C moeten hebben indien het groter is dan 100 m². Heb je per die datum geen energielabel C? Dan mag het niet meer als kantoorpand dienen. Mag je een voorziening voor de kosten vormen en de kosten nu al ten laste van je winst brengen?
Voorziening
Je mag in 2019 een voorziening vormen voor de kosten die je in 2023 gaat maken als de uitgaven hiervoor:
hun oorsprong vinden in omstandigheden die zich voor balansdatum hebben voorgedaan;
aan deze periode kunnen worden toegerekend;
met een redelijke mate van zekerheid zich gaan voordoen.
De uitgaven hebben het doel de kantoorruimte geschikt te maken voor verhuur als kantoorpand. Maar de kosten zijn niet toe te rekenen aan de huidige huuropbrengst en kunnen dus niet aan deze periode worden toegerekend. Je mag dus helaas geen voorziening maken in 2019 voor deze kosten die in de toekomst gemaakt gaan worden.
Wat kun je wel?
Je kunt het pand waarderen op kostprijs of lagere bedrijfswaarde. De toekomstige investeringen verlagen wellicht de bedrijfswaarde. Commercieel vastgoed wordt gewaardeerd op contante waarde van de toekomstige cashflows. Zo kun je nu wellicht al een deel van de toekomstige investering ten laste van je winst brengen.
Wil je uitgebreider advies?
Wil je uitgebreider advies over de voorzieningen die je kunt treffen? Neem dan contact met ons op.
Ben jij samen met je partner(s) aandeelhouder in een BV? Dan denk je wellicht niet direct aan de verplichte werknemersverzekeringen, toch? Je bent immers geen werknemer?!
Als je met 1 of meerdere partners aandeelhouder van een BV bent, doe je dit vaak via een Personal Holding BV (PH). Je bent zelf in dienst van je PH en je sluit een managementovereenkomst af met de werkmaatschappij (WM). De rechtbank oordeelde recent dat de voorwaarden in deze managementovereenkomst zodanig waren dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst. Daarmee was er een gezagsverhouding en dus sprake van verplichte verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen.
DGA werknemersverzekeringen verplicht
Iedere werknemer is verzekerd voor de werknemersverzekeringen, zoals de werkloosheidswet, WAO, WIA en de Ziektewet. Voor de DGA geldt dit in principe niet.
De arbeidsverhouding van de directeur-grootaandeelhouder wordt voor de werknemersverzekeringen namelijk niet als een dienstbetrekking beschouwd. Dit vanwege het ontbreken van een gezagsverhouding tussen de DGA en zijn werkgever. Wie als DGA moet worden aangemerkt is bepaald in de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder. Het gaat om:
1. de bestuurder die al dan niet tezamen met zijn echtgenoot houder is van ten minste 50% van de stemmen in de algemene vergadering van de vennootschap;
2. de bestuurder die al dan niet tezamen met zijn echtgenoot houder is van een zodanig aantal aandelen waardoor hij zijn ontslag kan tegenhouden;
3. de bestuurders die in de algemene vergadering van de vennootschap allen een gelijk of nagenoeg gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen;
4. de bestuurder van een vennootschap waarvan ten minste twee derde deel van de aandelen wordt gehouden door zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad.
Voorwaarden managementovereenkomst
De rechtbank Gelderland oordeelde recent in ECLI:NL:RBGEL:2019:1115 dat er wel sprake was van een gezagsverhouding omdat in de managementovereenkomst sprake was van de volgende voorwaarden.
- Er is een maandelijkse vergoeding afgesproken van € 11.666 exclusief btw, waarbij is bepaald dat daarbij wordt uitgegaan van 40 te werken uren per week.
- Indien door ziekte de werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd, wordt de vergoeding gedurende 12 maanden doorbetaald.
- De overeenkomst komt per direct te vervallen zodra de PH geen aandeelhouder meer is of bij overlijden van de DGA.
- Er is een non-concurrentiebeding van twee jaar voor relaties van de werkmaatschappij.
- De WM sluit een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af.
Wil je geen verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen?
Let dan goed op de voorwaarden die je samen afspreekt! In dit geval ging het dus mis voor de aandeelhouders. Wil je zeker weten dat je de goede voorwaarden afspreekt? Laat dan je managementovereenkomst door ons opstellen of door ons nakijken. Neem hiervoor contact met ons op en maak een afspraak.
Ook niet als dit 100% zakelijk is!
Was je afgelopen winter met je bedrijf op het Amsterdam Light Festival met de rondvaartboot? Huur jij wel eens een bootje om met je klanten te gaan varen in de zomer? Dan denk je vast dat je deze kosten, die volledig zakelijk zijn, in aftrek kunt brengen van je winst.
Representatie kosten
Helaas heeft de wetgever een stokje voor gestoken voor het in aftrek brengen van representatie kosten. Alle kosten van vaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden, zijn niet aftrekbaar van de belasting. Dat geldt voor het bezit en de huurkosten van de boot. De losse kosten van hapjes en drankjes zijn wel aftrekbaar, evenals eventuele reclame.
Deze aftrekbeperking is altijd nog gunstiger dan het privé betalen van desbetreffende kosten na dividend of salaris. Betaal het dus niet vanuit je privé rekening.
Als je facturen naar het buitenland stuurt
Heb jij klanten buiten Nederland maar binnen de EU? Dan stuur je wellicht facturen waarbij de btw-verlegd is naar de buitenlandse afnemer. Check bij het versturen van elke factuur dan het VIES-systeem zodat je niet aansprakelijk bent voor de btw.
Check het VIES-systeem
Als je een dienst levert aan een particulier in een ander EU-land, dan stuur je deze een factuur met Nederlandse btw omdat de plaats van dienst Nederland is.
Lever je een dienst aan een ondernemer in een ander EU-land, dan is de btw van het land van de afnemer van toepassing. Om het jou als Nederlandse ondernemer wat gemakkelijker te maken, hoef je deze omzetbelasting niet zelf te betalen in het andere EU-land maar dat doet jouw klant voor je. De btw wordt hiermee verlegd naar de afnemer.
Op je factuur moet je het BTW-nummer van je afnemer vermelden. Ook moet je dit nummer op geldigheid controleren. Dat doe je door middel van het VIES-systeem.
Als je dit nummer hebt gecontroleerd, ben je niet meer aansprakelijk voor de BTW die jouw afnemer dan niet betaalt aan de Belastingdienst. Het is van belang dat je kunt bewijzen dat je dit gecontroleerd hebt. Wij adviseren daarom een printscreen te maken van de uitkomst en deze te bewaren bij je factuur.
Het is niet voldoende om dit 1 keer te controleren en bij de volgende facturen er vanuit te gaan dat het nummer nog geldig is. Bij elke factuur moet je dit opnieuw controleren. Anders ben je uiteindelijk toch nog aansprakelijk.
Hulp nodig bij je administratie of een fiscale vraag?
Neem contact met ons op. Onze medewerkers zijn je graag van dienst.
Vraag dan om gehoord te worden, zodat je inzage krijgt in het dossier van de fiscus.
Dien een bezwaarschrift in en vraag inzage
In dit bezwaarschrift schrijf je waarom je het niet eens bent met de belastingaanslag. Het is belangrijk om in deze bezwaarprocedure ook te vragen om gehoord te worden. Je kunt namelijk in een hoorgesprek precies vertellen waarom je de aanslag onjuist vindt.
Maar misschien nog wel belangrijker: je kunt vragen om inzage te krijgen in alle op de zaak betrekking hebbende stukken. De Belastingdienst moet namelijk alle stukken uit het dossier aan jou laten zien. Je mag zelfs kopieën maken van alle documenten.
Forse boete door Habermehl vernietigd
Zo hebben wij eens door inzage in het dossier een forse boete van 50% laten vernietigen. In het boetedossier stond namelijk dat er geen sprake was van opzet of grove schuld. Er moet voor het opleggen van een boete van 50% wel sprake zijn van opzet of grove schuld en als dat niet het geval is, kan de boete niet in stand blijven. De Belastingdienst had zelf in een interne notitie aangegeven dat er geen boete opgelegd had mogen worden. Maar dat is wel gebeurd. Door inzage in het dossier kwam deze fout boven tafel en werd de boete dus vernietigd.
Vraag dus altijd om gehoord te worden in de bezwaarfase, om inzage te krijgen in het dossier.
Hulp nodig bij een bezwaarprocedure?
Neem contact met ons op als jij een bezwaarprocedure wilt opstarten. Onze experts nemen jou de zorg uit handen.
Let er dan op dat je adviseur dit moet melden aan de Belastingdienst
Meldingsplicht bij belasting ontwijken
Op 13 maart 2018 is de zogeheten Mandatory Disclosure-richtlijn unaniem aangenomen. Deze richtlijn houdt in dat belastingadviseurs, notarissen en advocaten aan de Belastingdienst moeten melden als ze betrokken zijn (geweest) bij grensoverschrijdende fiscale structuren waarbij een mogelijk risico is op belasting ontwijken.
De fiscale intermediairs moeten binnen 30 dagen een melding doen aan de Belastingdienst van betrokkenheid bij een fiscale agressieve structuur. Niet van belang is of de fiscale adviezen al dan niet daadwerkelijk worden uitgevoerd. Evenmin is van belang of de adviezen zich ruimschoots binnen de wettelijke kaders bevinden of, juist het tegenovergestelde, bijzonder agressief van aard zijn en de grenzen van de wet opzoeken. Nationale adviezen hoeven niet te worden gemeld. Het gaat om grensoverschrijdende adviezen, mits deze aan bepaalde kenmerken voldoen.
Het verschoningsrecht voor advocaten en adviseurs geldt uitdrukkelijk niet. Vraag je dus adviezen aan je belastingadviseur over een grensoverschrijdende fiscale structuur? Denk er dan bij na dat dit gemeld kan worden aan de Belastingdienst.
Fiscaal advies nodig?
Wil je optimaal gebruik maken van alle fiscale wetten en regels? Of je nu een bedrijf of een particulier bent? Onze fiscalisten kennen de regels door en door en verdiepen zich in je situatie. Dat bespaart je tijd en levert je belastingvoordeel op. Nu en in de toekomst. Neem contact met ons op en maak een afspraak.
En voorkom een btw boete
Wat veel ondernemers niet weten is dat als je een dienst of een levering hebt verricht, je binnen twee weken na afloop van de maand een factuur MOET sturen. Doe je dit niet, dan kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag omzetbelasting met boete opleggen.
Voorkom een btw boete
Als je een holdingstructuur hebt (een holding bv en een werkmaatschappij) stuur je vaak een factuur voor je managementfee vanuit de holding aan de werkmaatschappij. Het kan voorkomen dat de werkmaatschappij verlieslijdend is en dat je daarom besluit geen factuur te sturen voor je diensten omdat je deze toch niet betaald krijgt.
De Belastingdienst kan echter op grond van artikel 34g van de Wet op de Omzetbelasting een naheffingsaanslag opleggen omdat je binnen 15 dagen na afloop van de maand een factuur met btw had moeten sturen. Omdat je dit niet gedaan hebt, krijg je ook nog een btw boete.
Let er dus op dat je tijdig een factuur verstuurt. In ieder geval binnen 15 dagen na afloop van de maand.
Wat doe je als de klant niet betaalt?
Als de klant (in dit geval de werkmaatschappij) de factuur niet betaalt, kun je altijd op grond van artikel 29 van de Wet op de Omzetbelasting deze btw terugvragen.
Hulp nodig?
Advies nodig over de BV of boetes ontvangen? of andere fiscale vragen, neem dan gerust contact met ons op.
Of het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard
Jij bent het niet eens met een aanslag van de Belastingdienst? Dan ga je in bezwaar. In dit bezwaarschrift leg je aan de Belastingdienst uit waarom je het er niet mee eens bent. Houdt de Belastingdienst vast aan zijn standpunt? Dan kun je in beroep bij de rechtbank.
Griffierecht
In je beroepschrift dat je aan de rechtbank stuurt, geef je gemotiveerd aan tegen welke uitspraak je in beroep gaat en waarom. Je krijgt direct daarna een nota voor de griffierechten.
Er wordt in dit verband ook wel gesproken van heffing aan de poort. In het bestuursrecht waaronder het belastingrecht valt, kent men al langer de heffing van griffierechten aan het begin van de procedure. Zo wordt het incassorisico van de overheid ingeperkt.
Hoe hoog zijn de griffierechten?
Een natuurlijk persoon betaalt € 47 aan griffierecht voor alle belastingen behalve BTW, dividendbelasting en BPM.
Een natuurlijk persoon betaalt € 174 aan griffierecht voor de omzetbelasting, BPM en dividendbelasting.
Een rechtspersoon betaalt € 345 aan griffierechten.
Betaal op tijd
Je hebt 4 weken de tijd om het griffierecht te voldoen. Uit artikel 12 van de Procesregeling bestuursrecht 2013 blijkt dat door de rechtbank eerst per gewone post een informele uitnodiging wordt gestuurd waarin een termijn van vier weken wordt gesteld. Wordt er niet binnen deze termijn betaald, dan volgt een fatale aanmaning ex art. 8:41 Awb. Je hebt dan nog vier weken om te betalen.
Betaal je het griffirecht niet op tijd? Dan kan de rechtbank je beroep niet ontvankelijk verklaren. Dat betekent dat ze het niet inhoudelijk zullen behandelen. Zorg er dus voor dat je tijdig de griffierechten betaalt in een beroepsprocedure bij de belastingrechter.
Advies nodig bij een beroepsprocedure?
Neem dan contact met ons op. Wij kennen de regels en staan jou graag bij in de procedure.
Niet alleen loonbelasting!
Als je een Stamrecht BV hebt, dan heb je in het verleden een ontslagvergoeding gekregen van je ex-werkgever. Deze vergoeding is bruto, dus zonder inhouding van loonbelasting, aan de BV overgemaakt.
Stamrecht uitkeren
Als je dit stamrecht gaat uitkeren, worden de uitkeringen als inkomen gezien en moet je hierover nog loonbelasting betalen. Maar er is nog een fiscale claim waar je waarschijnlijk niet aan gedacht hebt.
De periodieke uitkering die de Stamrecht BV aan je uitbetaalt, moet actuarieel worden berekend. Dat betekent dat de BV de verplichting moet waarderen op actuariële grondslagen. Actuarieel betekent dat er rekening gehouden wordt met sterftekansen. Er is namelijk een kans dat de uitkeringsgerechtigde komt te overlijden tijdens de duur van de uitkeringen. Dat is dan weer winst voor de BV.
De BV moet dan berekenen wat de waarde is van de toekomstige uitkeringen die ze aan jou betaalt. Fiscaal moet rekening gehouden worden met een rekenrente van 4%. Dat houdt in dat de BV geacht wordt een rendement te maken van 4%. In de praktijk wordt dit rendement op dit moment niet gehaald. Dat betekent dat de Stamrecht BV in de berekening rekening moet houden met een hoger rendement dan dat daadwerkelijk commercieel gehaald wordt. Daarmee is de waarde van de verplichting bij het ingaan van de uitkeringen lager dan voordat de uitkeringen ingegaan waren. Dit leidt tot een fiscale vrijval en daarmee tot winst waarover belasting betaald moet worden.
Onzichtbare belastingclaim
Houdt dus rekening met deze onzichtbare belastingclaim. Je kunt op verschillende manieren de schade beperken. Je kunt kiezen voor afkoop in plaats van uitkeren of je kunt de duur van de uitkeringen korter maken. Wil je dat wij de berekening maken of je hierin adviseren? Neem dan telefonisch contact met ons op.
En voorkom een boete
Kom je er achter dat je een bedrag aan btw moet bijbetalen over 2018? Dien dan snel een suppletie aangifte omzetbelasting in.
Suppletie aangifte btw snel indienen
Dien snel de suppletie aangifte btw in, vóór het indienen van je aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De Belastingdienst controleert namelijk aan de hand van je jaarrekening of aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting of je nog een schuld aan btw op de balans hebt staan. Hiermee komen ze er dus zelf achter of je nog een bedrag aan btw moet bijbetalen.
Boete
Als de Belastingdienst hier achter komt zonder dat je dit zelf hebt aangegeven, dan kun je een boete krijgen.
Is het bedrag hoger dan € 20.000,00, dan krijg je sowieso een forse boete. Zorg er dus voor dat je je aangifte btw altijd goed controleert dat het bedrag aan extra te betalen btw niet hoger is dan € 20.000,00.
Financiële administratie uitbesteden?
Vind je het prettiger om je volledige administratie uit te besteden? Habermehl levert maatwerk. Neem voor meer informatie contact met ons op en maak gebruik van onze gratis overstapservice.
Bij een elektrische motor betaalt de fiscus zelfs 80% mee!
Het motorseizoen begint binnenkort weer!
Motor op de zaak
Ben je ondernemer en overweeg je om een motor op de zaak te zetten? Alle kosten en de btw zijn dan aftrekbaar. Je hebt niet zoals bij een auto een bijtelling maar slechts een kleine correctie voor de kilometers die je privé hebt gereden.
Elektrische motor op de zaak
Ben je van plan een nieuwe motor te kopen? Denk dan eens aan een elektrische motor. Met een elektrische motor heb je recht op de KIA en de MIA. Deze zorgen ervoor dat van de investering die je doet, de fiscus ongeveer 80% meebetaalt.
Ook een motor op de zaak rijden?
Wil je weten hoe je voordelig een motor op de zaak kunt rijden? Neem dan contact met ons op.
Zoals reiskosten en verzendkosten die je doorberekent aan je klant
Een van de meest gemaakte fouten die wij tegenkomen. Je stuurt je klant een factuur voor je levering of dienst. Hierover bereken je het percentage dat van toepassing is, 21% of 9% of zonder btw als het een vrijgestelde prestatie is.
Tevens breng je bijvoorbeeld ook reiskosten in rekening, een treinticket of een vliegticket. Op treintickets zit 9% btw en op een vliegticket zit geen btw. Welke percentage breng je in rekening aan je klant over deze kosten?
Bijkomende prestatie en hoofdprestatie
De bijkomende prestatie gaat op in de hoofdprestatie. Dat betekent dat deze bijkomende prestatie het btw-tarief volgt van de hoofdprestatie.
Voorbeelden
Stuur jij een pallet koffie naar je klant, dan is op de verzendkosten ook het lage btw-tarief van 9% van toepassing. Omdat op koffie (de hoofdprestatie) het 6% tarief geldt, is dat ook van toepassing op de verzendkosten (bijkomende prestatie).
Geef je consultancy advies aan je opdrachtgever aan de andere kant van het land en pak je daarvoor de trein, welke kosten bereken je dan door aan je klant? Dan is op de treinkosten (bijkomende prestatie) ook het hoge btw-tarief van 21% van toepassing omdat de hoofddienst (consultancy) ook belast is met 21% btw.
Heb je een museum of natuurpark en reken je ook een prijs voor het parkeren? Ook dan volgt het parkeren (normaal hoog tarief) het lage btw-percentage van de toegang tot het museum.
Hulp nodig?
Heb je hulp nodig bij je btw-aangifte en je financiële administratie? Neem dan contact met ons op. Wij helpen je graag.
Ze zijn niet volledig anoniem en dus ook traceerbaar voor de Belastingdienst
Heb je Bitcoin, Ripple, Ethereum of Litecoin? Dan moet je de waarde hiervan op 1 januari opgeven bij je Box 3 vermogen. Veel mensen denken dat deze valuta anoniem, dus niet te traceren, zijn.
Cryptovaluta
Volgens crypto-valuta.nl, een toonaangevende website over cryptovaluta, zijn Bitcoins e.d. helemaal niet volledig anoniem. Daarbij moet je al je vorderingen en contant geld en overige bezittingen altijd opgeven in Box 3, ook al zijn ze niet direct zichtbaar voor anderen.
Heb je een wallet waarin je je cryptovaluta hebt opgeslagen? Geef dan de waarde per 1 januari 2018 op in je aangifte inkomstenbelasting over 2018.
Wel kun je, wegens de soms lastige verhandelbaarheid, wellicht een lagere waarde opnemen dan de koers die geldt per 1 januari 2018.
Hulp nodig bij je aangifte inkomstenbelasting?
Neem contact met ons op. Wij helpen je graag verder.
De kennis, kunde en expertise kan ik al 10 jaar waarderen en hebben zich letterlijk terugbetaald
Habermehl is sinds 10 jaar mijn belastingconsulent. Ik hecht aan een goeie service, snel reageren op vragen of verzoeken en dat is dik in orde. Discussies worden gevoerd op inhoud en we komen er altijd uit.
Prettig, volledig en snel geholpen met afhandeling van testament en ondersteuning in executeursrol
Wij zijn al vele jaren tevreden klant. Al meerdere malen heel professioneel geholpen met 30% regeling voor een internationale baan.
Van ons krijgt Habermehl 5 sterren.
Habermehl werkt samen met
Waar kunnen wij je bij helpen?
Je bereikt ons op (035) 628 5753 en info@habermehl.tax. Vind je het prettiger dat wij jou contacten? Vul je gegevens in, dan nemen wij snel contact met je op.