Het onderwerp Box 3 is de laatste tijd veel in het nieuws, met een hoop vragen tot gevolg. Naar verwachting zal er bij de presentatie van het Belastingplan 2024 weer een aantal wijzigingen worden bekend gemaakt. In afwachting van nieuwe aan-kondigingen zetten we de belangrijkste zaken hier op een rij.
Hoe zat het ook alweer?
In het Kerstarrest van december 2021 heeft de Hoge Raad een streep getrokken door de methode van belastingheffing in Box 3. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de belastingheffing niet strookt met de daadwerkelijk behaalde rendementen en hiermee inbreuk maakt op het eigendomsbegrip vanuit het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Staatssecretaris Van Rij heeft herstelwetgeving geïntroduceerd om de gevolgen van het Kerstarrest te repareren. De herstelwetgeving voor Box 3 geldt voor alle jaren vanaf 2017 en wordt ook wel de ‘forfaitaire spaarvariant’ genoemd.
Begin van het jaar 2023 is genoemd dat vanaf 2026 de Box 3-heffing over het daadwerkelijk gerealiseerde rendement berekend zou worden. Deze datum is volgens de laatste brief van de staatssecretaris inmiddels alweer uitgesteld naar 1 januari 2027. Nu het kabinet demissionair is, wordt nog meer vertraging verwacht.
In deze blog leest u hoe de ‘forfaitaire spaarvariant uitwerkt voor de belastingheffing in 2023 en geven wij inzicht welke mogelijkheden er zijn voor de nieuwe Box 3-wetgeving.
Uitwerking forfaitaire spaarvariant
Bij de forfaitaire spaarvariant wordt er gerekend met een fictief rendement per categorie. Hierbij wordt gekeken hoeveel vermogen er in een bepaalde categorie aanwezig was op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Er is zijn nu twee categorieën: ‘banktegoeden’ en ‘overig vermogen’. Onder banktegoeden vallen ook bankdeposito’s. Dit geldt ook voor een aandeel in het reservefonds van een Vereniging van Eigenaren en bedragen op de derdenrekening van de notaris. Al het andere vermogen zoals: beleggingen, onroerende zaken en leningen verstrekt vanuit privé, kwalificeren als overig vermogen. Dit geldt overigens niet voor onderlinge schulden tussen echtgenoten en tussen ouders en minderjarige kinderen. Deze schulden worden gedefiscaliseerd en worden hiermee uitgesloten van het Box-3 vermogen. Een ander belangrijk element is dat schulden niet meer volledig gesaldeerd mogen worden met het totale vermogen.
De Staatssecretaris heeft de volgende rendementen vastgesteld voor 2023.
Type vermogen | Percentage |
Banktegoeden | 0,92% |
Overig vermogen | 6,17% |
Schulden | 2,57% |
Het tarief in Box 3 wordt in 2023 tot en met 2025 met 1%-punt per jaar verhoogd.
2023 | 2024 | 2025 | |
Tarief | 32% | 33% | 34% |
Het gevolg van de nieuwe methode is dat overig vermogen in Box 3 fors zwaarder
wordt belast dan banktegoeden. Voor overig vermogen geldt een effectieve druk
van circa 2%.
Besluit Rechtsherstel (2017 – 2021)
Er wordt automatisch rechtsherstel verleend als het nieuwe berekende forfaitaire
rendement lager is dan het oorspronkelijke berekende forfaitaire rendement. Dit
geldt voor de aangiften inkomstenbelasting tot en met het belastingjaar 2021
die op 31 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststonden.
Indien dit op uw situatie van toepassing was/is, heeft u hier waarschijnlijk al bericht
over gehad vanuit de Belastingdienst.
Besluit Rechtsherstel 2022
Voor de aangifte inkomstenbelasting 2022 mag de vermogensrendementsheffing worden berekend op basis van het de nieuwe methodiek indien dit gunstiger uitpakt. Dit is het geval als uw vermogen overwegend uit spaargeld bestond op 1 januari 2022.
Indien u uw aangifte inkomstenbelasting door Habermehl laat opstellen, kiezen
wij automatisch de meest gunstige methode voor u. Het jaar 2022 is het laatste
jaar dat dit mogelijk is. Voor 2023 gelden de eerder genoemde tarieven.
Voorlopige aanslag 2023
De Belastingdienst heeft de voorlopige aanslag 2023 berekend op basis van de nieuwe methode. Het is mogelijk dat na afloop van het belastingjaar blijkt dat de heffing in Box 3 niet aansluit bij het daadwerkelijk behaalde rendement. Het is dan ook de vraag in hoeverre deze nieuwe rekenwijze eer doet aan het arrest van de Hoge Raad. Er kan bezwaar worden gemaakt, maar pas vanaf het moment dat de aanslag inkomsten- belasting 2023 definitief is opgelegd. Indien u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, horen wij dat graag van u. Dit is naar verwachting pas mogelijk in de tweede helft van 2024.
Verwachtingen Box 3 vanaf 2027
Het is het doel om vanaf 2027 de heffing over vermogen in Box 3 te laten aansluiten bij de daadwerkelijk behaalde rendementen. Hiervoor zijn nu twee opties:
- een vermogensaanwasbelasting (heffing over rendement inclusief ongerealiseerde
waardemutaties) of; - een vermogenswinstbelasting (alleen gerealiseerd). Een derde mogelijkheid zou een
verfijning zijn van de forfaitaire spaarvariant.
Vermogenswinstbelasting
Bij een vermogenswinstbelasting wordt jaarlijks belasting geheven over de reguliere inkomsten zoals: rente, dividend en huur. Daarnaast wordt de waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen belast op het moment van verkoop van het vermogens- bestanddeel. Er wordt dan geheven over het verschil tussen de aankoop- en de verkoopprijs. Een vermogenswinst kan ook negatief zijn, waardoor een verlies kan ontstaan in Box 3. Ondanks dat deze methode lijkt aan te sluiten bij de wens om te heffen naar daadwerkelijk rendement, is er wel veel administratie nodig. Daarnaast is een nadeel volgens het Ministerie van Financiën dat er de vooraf ingevulde aangifte moeilijker kan worden beheerd door de Belastingdienst.
Vermogensaanwasbelasting
Bij een vermogensaanwasbelasting wordt jaarlijks belasting heven over de reguliere inkomsten én over de ongerealiseerde waardeontwikkeling van vermogens- bestanddelen die zich in het belastingjaar hebben voorgedaan. Denk hierbij aan een stijgende aandelenkoers of een hogere WOZ-waarde van een beleggingspand. Uitdaging bij deze methode is dat er een cash-out situatie ontstaat zonder directe opbrengst. Bij deze methode is het juist wél mogelijk voor de Belastingdienst om meer informatie te verzamelen voor de vooraf ingevulde aangifte.
Eerder is er door het kabinet een voorkeur uitgesproken voor de vermogens-aanwasbelasting. Met deze methode zou er sprake zijn van een meer constante belastingopbrengst. Maar nu het kabinet demissionair is, rijst de vraag welke keuze een volgend kabinet gaat maken.
Eigen woning niet naar Box 3
Iets waar wel zekerheid over is gegeven, is de allocatie van de eigen woning. Gezien
de ontwikkelingen en de gecompliceerde hervormingen van Box 3 is het volgens de
Staatssecretaris niet logisch en onrealistisch om de eigen woning op korte termijn in Box 3 te plaatsen.
Het lijkt nog ver weg maar, vanaf 2031 kan het zich voordoen dat de maximale termijn voor de hypotheekrenteaftrek is verstreken (30 jaar na invoering van de maatregel).
De eigenwoningschuld gaat dan automatisch naar Box 3. Of tegen die tijd het
standpunt over de eigenwoning anders is, moet worden afgewacht.
Auteur: mr. M. Doves-Bierman
Deze blog is geschreven naar de stand van zaken per augustus 2023.
Deze blog dient slechts ter algemene informatie en pretendeert geen volledigheid. De inhoud is geen fiscaal advies. Indien je persoonlijk advies wenst, neem dan contact op met je relatiebeheerder. De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft advies uitgebracht met betrekking tot de nieuwe rekenmethode van het ‘Besluit Rechtsherstel’. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de hersteloperatie alsnog in strijd is met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht. Hoewel de nieuwe methode geschikt is voor spaarders, sluit deze niet goed aan bij beleggers. De advocaat-generaal stelt dat onfortuinlijke beleggers nog steeds te veel belasting betalen, terwijl bijzonder succesvolle beleggers nog steeds te weinig belasting betalen. Als de Hoge Raad het advies opvolgt, wat gebruikelijk is, kunnen belastingplichtigen die gebruik hebben gemaakt van de belastingheffing volgens het Besluit Rechtsherstel mogelijk inkomstenbelasting terugvorderen via een bezwaarprocedure. De uitspraak van de Hoge Raad wordt over circa zes maanden verwacht.